't Was een frisch blondje van twaalf jaar met sprankel-oogjes en lichte beweginkjes, en een gezichtje van rood en wit als een roosje dat pas open is. Zij kende ieder standbeeld van de heerlijkheid, en wist wie de oom was van dezen god en de tante van dien anderen, en nog meer dingen die haar vader ze geleerd had. Maar ze kende toch ook den catechismus, want ze zou binnekort haar Eerste H. Communie doen. Men had haar gezegd dat dit de schoonste dag van haar leven zou zijn, en nu was ze erg braaf.
Maar eens zat ze droomerig te luisteren naar het kletserig golfje dat altijd maar tegen de rots op wou en niet kon, en ze dacht hoe dien plechtigen dag zoo schoon mogelijk te maken. En toen was eene gril gekomen die nu in haar klein hoofdje zat als een verkeerde krul in haar lokken. Op een avond vlijde ze het lieve kopje aan vaders borst, en geurig-lauw als de afgefrommelde blaadjes van een roosje waaraan veel geroken is, vielen de smeekwoordjes van haar lipjes:
- ‘Vader, de dag van mijn eerste H. Communie zal immers de schoonste van mijn leven zijn?’
- ‘Zeker wel, lieveling.’
- ‘Zullen we dan ook samen naar Nilia roeien?’
- ‘In den namiddag mijn godinnetje.’
- ‘In den namiddag eerst? - Ik zou er 's morgens vroeg willen heen gaan.... ik zou dààr mijn Eerste H. Communie willen doen!.... Dat is toch de liefste plaats waar ik Jezus kan ontvangen....’
- ‘Wel gij ondeugende gracie.... maar ge zult uw zin hebben.’ - Een oogenblik nadenken met laag hoofd..... ‘ge zult tevreden zijn mijn aanbiddelijke nimfje, bereid u maar goed voor.’
De hartstochtelijke renaissancist had een plan gevonden, en de feestelijkheid der Eerste Communie zou eene plechtigheid zijn van louter symbolieke verzoening van den Olympus met den Christelijken hemel.
Den volgenden dag reed hij naar de naburige stad en woonde er met veel verstrooiing eene H. Mis bij. Hij zocht maar naar de houding der dik-vleezige graciën, die hun vette marmer-naaktheid schenen te wagen aan acrobatische toeren op de hoeken der altaren; hij was àl oog voor de weinige kleeren en de gebaren van vele schilderingen die iets weg hadden van ongedoopte heidensche fresken, of soms wel van verdwaalde actricen en histrionen. En toen zijn blik ongemerkt langs de blank-opzwevende gotische kerklijnen