Vlaamsche Arbeid. Jaargang 1
(1905)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe bloeiende AppelaarGa naar voetnoot(*)'t Was onder den bloeienden appelaar,
Waar 't vogelken floot in de groene wei,
Dat ik vaarwel aan mijn lieveken zei;
De bloesems waaiden in heur haar.
Nu ben ik zoo ver, zoo ver van haar!
Nu dool ik in vreemde streken rond,
Immer herdenkend den scheidingsstond,
Ginds onder den bloeienden appelaar.
Zij spoedig een nieuwe lente daar!
Dan keer ik terug waar 't vogelken fluit,
Dan kus ik het meisje, mijn zalige bruid
Ginds onder den bloeienden appelaar!
Lambrecht Lambrechts
|
|