Vlaamsche Arbeid. Jaargang 1(1905)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Psalm o God, mijn God, laat Uw verzoende blikken Lijk zonne-stralen 't zwarte zwerk doorboren, En na dees' winterdagen zeegnend varen Langs dorre rossig-purpren akker-voren.... Laat uit Uw gevens-reede zaaiers-handen Het nieuwe zaad der zaal'ge vrede glijen.... Op ieder stengel wegende aren wiegen En wegende aren tot een oogst gedijen.... Laat weer Uw aaiende adem zoenend waaien Lijk lente-koeltjes om pril-groene kruinen.... Van uit 't diep-blauw der eindloos' hemel-bogen De gouden zon in eeuwge stralen laaien.... Laat op dees' droeven winter blijde dagen Vol zoet gesuis uit gele koren-golven, Vol gouden zon en blauwe stilte volgen.... Laat ieder bloesem rijpe vruchten dragen.... En laat me God, den loomen herfst verbeidend, In 't deinend veld het Huis der Ruste bouwen... En mijne blik, zich in die rust vermeidend, Den eeuwgen Herfst reeds in Uwe oogen schouwen. Juli 1905. Joris Eeckhout Vorige Volgende