De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 11

[p. 351]

Oud Lied van Adolijn

‘Hoe vind ik toch uw huizekijn,
Adolijn,
bruin magedijn,
mooi liefje mijn?’ -

‘Aan geen groene heide, aan geen groen lof,
daar ligt mijn vaders huis en hof...
- Maar stil, maar stil, en laat dat zijn,
en laat uw lastig vragen zijn,
du, liefje fijn!’

‘Hoe kom ik op uw kamerkijn,
Adolijn,
bruin magedijn,
mooi meisje mijn!’ -

‘Neem zacht je toffeltjes in je hand -
steun trouw bij 't klauteren tegen de wand. -
- Maar stil, o stil, en laat dat zijn,
en laat dat lastig vragen zijn,
du, schelmpje fijn!’ -

‘Zal 't deurtje niet schreien als was 't van pijn,
Adolijn,
bruin magedijn,
mooi bruidje mijn?’ -

‘Voor ieder ander krijst het luid!
Voor jou zal het zwijgen, du lief-loze guit! -
Maar stil, o stil, en laat dat zijn...
en kom heel zacht in de maneschijn,
du, bruigom mijn!’ -