Mengelingen
Over Hendrik Luyten schrijft A.C. Loffelt in Het Nieuws van den Dag, van 14 oktober: Ofschoon we nog niet in de Belgische afdeeling zijn, hangt aan dezen zelfden wand van zaal 29 een der beste stukken onzer Zuid-Nederlandsche broeders, en tevens een der machtigste portretten, misschien wel het allerbeste der gansche tentoonstelling, nl. een damesportret door den Antwerpenaar Henry Luyten. Deze kunstenaar heeft werkelijk nog iets in zich van den ‘Sturm-und-Drang’ der stoere oude Vlamingen. Men herinnere zich b.v. zijn omvangrijke voorstellingen van een Vlaamsche schildersbent en van een woeste vergadering van werkstakers. Zijn thans geëxposeerd damesportret heeft het frissche, kleurvolle, levendige, dat men zoo gaarne in een portret ziet en waar- in zelfs sommige weinig beroemde meesters der zeventiende eeuw zoo uitmuntten. De dame is een kerngezond, volbloedig en vleezig, levenslustig type, met stralende oogen en gelaat en veel oprechts en vriendelijks in de wezenstrekken. Juist een persoonlijkheid het penseel van Luyten waardig; want waarschijnlijk zou deze schilder minder goed slagen in de vertolking van een bleekneuzig, bloedarm nufje. Breed en doorschijnend is dit portret, vooral ook de kleeding, gepenseeld. De dame heeft een zwart zijden kleed aan met kant en gitten, bij den hals ietwat uitgesneden, waardoor men een violet zijden bedeksel ziet. De lezeres zal mijn onkunde ten opzichte van toiletartikelen en hun technische benamingen, hoop ik, vergeven. Hoe goed Luyten stoffen weet te schilderen, blijkt nog uit het geschitter der broche.
Het winterseizoen van de Hollandsche Club te Londen wordt in de laatste week van October geopend met een voordracht van den heer J.T. Grein, over: Een Droom van Menschenliefde, een humanitair pleidooi.
Clara Bell heelt Onder Ons van Marcellus Emants in het Engelsch vertaald.
Te Scheveningen, op het kerkhof Ter Navolging werd onlangs de gedenksteen onthuld op het graf van Elisabeth Wolff-Bekker en Agatha Deken.