De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 8

Poëzie⁽¹⁾

I
Trek-os

Uit koele kalme schaduw van het bosch
Treedt langzaam-aan, kopschuddend-schomlend, de os;

Treedt op het blinkend zandpad dat, gevlekt
Met tak- en bladeren-schaûw, is overdekt

Van brandend zonlicht, zomerzon-gegloor,
Den heelen dag, van vroeg tot 's avonds, door.

Hij keert naar stal en ziet het open hek...
Een lichte ruk aan 't leidzeel... Uit zijn bek

Valt vlokkig schuim; en eensklaps staat hij pal,
De voerman roept.... Daar zijn de kindren al!

Ze klimmen naast hem, allen rood en ros,
Op 't kleine bankje, naast hem met geklos.

Dan weer een rukje aan 't leidzeel rond den bek
En langzaam-aan gaat 't weer vooruit, trek, trek.

(1) Uit Natuur-symboliek.

II
Mysterie

Het sneeuwt.... het sneeuwt....
O zilverblanke vlokken,
Waarom die dwarling
Klankloos door elkaar?

Zijt gij een wâ,
Een wâ op doodenbaar,
Uit 't hoog onkenbre
Naar onflaag getrokken,
Heel ver van elders
Maar van de aarde niet?

Onhoorbaar valt ge
Licht-geluidloos neer,
IJl als de luchtgeest
Als der dingen wezen,
Als de immanentie der substantie ijl.
.........

[p. 146]

 

Zoo peinsde ik starend....

 

Maar op eenmaal, zie!

 

Daar lachen door

 

Die dwarrelende vlokjes

 

Mij kinderkopjes

 

Vriendlijk blozend toe.

 

Als zomerroosjes gaan ze,

 

'k Weet niet hoe,

 

Op eenmaal buiten

 

Uit het sneeuwbed groeien

 

En staan te bloeien

 

En staan te knikken

 

Door het raam mij toe...

 

 

 

Ik knik terug, terwijl ik nieuwe blokjes

 

Op 't smeulend houtvuur van m'n kachel doe.

III
Stil als gedachten

Stil als gedachten

Zweven de nevels

Over de rimplende

Diepten der golf;

Stil als gedachten

Over de graven,

Die het beweeglijke

Waterbed dolf;

Stil als gedachten
Over de strooiing,
Over het lichtgruis
Der vonklende star;

Stil als gedachten
Over de tooiing,
Bladknop en naaldknop
Van loofhout en spar.

Stil als gedachten
Over de trekken
Van een weemoedig
Berustend gezicht....

Stil als gedachten
Schuiven ze langzaam
Tot een gordijn zich
Dichter en dicht.
.........
Stil als gedachten
Boven der jaren
Wentlende wieling,
Golvende zee

Gloort in des dichters
Onbluschbre bezieling
De alom aanwezige
Eeuwige Idee.

J. Winkler Prins.