De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 8(1895)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Mijn schaduw Aan Pol de Mont. Ik sta op de brug... Mijn silhouët, Zwart diamant op fluweel gezet, Zwart diamant in écrin van blauw, Is tegen het flitsend zonlicht vaalgrauw. Ik buig mij over de leuning der brug... De zonnebrand strookt mij armen en rug, Spreidt over het water mijn schaduw heen, De rekkende lijnen van armen en been. Meer blauw dan de lucht is het water, meer blauw... En donkerder dan 't silhouët is zijn schaûw. Daar zwemmen op eenmaal vier eendjes kleen, Van onder de brug naar mijn schaduw heen. Ze zijn nog zoo klein, ze zijn nog zoo teer - Ze zwabbren op golfjes omhoog en omneer. Ik roer mij en raak met mijn schaduw hen aan... Weg zijn ze gedoken, kopje onder gegaan. Wat verder daar schieten ze schuw boven 't nat, En snaatren: wat 's dat, wat is dat, wat is dát! Dan roeien ze langzaam naar de overzij... Ik rek weer mijn schaduw, maar kan er niet bij. J. Winkler Prins. Vorige Volgende