De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 8
(1895)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–Impens en FranckMet genoegen teekent De Vlaamsche School den bijval aan, welken deze twee stille, sympathieke werkers zooeven in den Cercle artistique et littéraire te Brussel verworven hebben. De kunstschilders Joost Impens en Luciaan Franck! Twee in ieder opzicht verschillende, ja, tegenstrijdige temparementen. Impens, een naneef van de Hollandsche en Vlaamsche kleine meesters; Franck een aanklever van het modernisme. De eerste verzot op de diepe, warme, sterke kleur; de tweede een apostel van het overtuigd vrijlicht-schilderen. Gene schilderend, met streelzieke, verliefde, steeds in bedwang gehouden penseelen, aardige binnenhuisjes, waar, in een oogvleiend geschemel of halfdonker, roode, groene, gouden tonen zachte liederen neuren en zonnestralen schuchter dwalen; deze borstelend met hartstochtelijk gebaar, buiten onder den vollen vrijen hemel, en verrassend, nooit haastig of juist genoeg dunkt hem, dat spelen van het licht, dat vorm-bewegen van de wolken, dat wemeltrillen van de boomen. De schilderijen van beiden hingen broederlijk en ongegeneerd naast, boven en onder elkander - en niet weinig wil het zeker zeggen, zoowel voor het koloriet van dezen als van genen, dat de lichtstudies den binnenhuisjes, en de binnenhuisjes den buitenhuisjes in geen enkel opzicht afbreuk deden. Geestig opmerker als hij is, komt Impens ons veeltijds voor als een negentiendeeuwsche Brouwer, met even veel geluk jolige, guitige typen uit het volk op zijn paneeltjes leven gevend. Zijn Gitaarspeler en zijn Boerinnetje mogen twee kleine meesterstukjes genoemd worden. Heel mooi ook In de Schilderswerkplaats en Onder ons; dit laatste een plaats in een muzeum waardig. Allermooist wellicht Het Lachebekje, uiterst los en vet in zijn verf, heel gedistingeerd van toon, en vooral, ondanks de diepte der kleur, zoo jong en frisch als de natuur zelf. Franck's impressies, waaronder verscheidene uit Noord-Nederland, zijn breed en stout geborsteld en zitten wel eens duimdik in de verf. Toch zijn zij zelden materieel, maar integendeel meestal doordrongen van een recht poëtisch gevoel. Onder 't allerbeste, dat hij onderteekende, vermeld ik zijn Dordt bij Nevel, In de omstreken van Dordt, Dordt bij Maanschijn, Zonneweder bij de Panne bij Veurne en Duinkerken.Ga naar voetnoot(1) | |
[pagina 66]
| |
Twee schilders, die er in geslaagd zijn, zonder eenig marktgeschrei en zonder tot eenige kliek te behooren, eervol hun weg te maken. P. |
|