Tentoonstelling van Louis Van Engelen
Er zijn schilders, die tevens uitmunten door diepte van gevoel en dichterlijkheid van stemming; anderen verrukken door hunne grootsche gedachten en 't dramatische hunner onderwerpen, terwijl enkelen onze bewondering verwerven alleen door de waarheid en natuurlijkheid van hun penseel.
De fantazie van Louis Van Engelen vliegt niet hoog en men treft ook in zijne gewrochten die machtige scheppingskracht niet aan, welke den beschouwer overweldigt; doch voor 't overige bezit hij de hoedanigheden van den begaafden en gewetensvollen artist, en zijn gemak van werken en de verscheidenheid van zijn talent zijn buitengewoon.
Vijftig schilderijen op twee jaar! Het kunnen niet altemaal meesterstukken wezen, dat spreekt vanzelf, doch men treft ook niets bepaald onbeduidends aan. Het is ongelooflijk, hoeveel de sympathieke kunstenaar in het opzicht der kleur gewonnen heeft. Zij is malsch en warm geworden; al het harde en uiteen-schemerende, dat hun vroeger eigen was, werd langzamerhand te boven gekomen.
Het groot altaarstuk, de Boodschap, dunkt ons even verdienstelijk als vele godsdienstige tafereelen, in de xixe eeuw geschilderd. De gotieken alleen wisten eene ziel te leggen in dergelijke werken; zij drukten het naïef geloof uit, dat er voor noodig is, maar dat sedert lang uitstierf en tot een blooten vorm ontaardde.
De portretten zijn goed en in 't zoogenaamde genre ook maakt Louis Van Engelen schoone dingen, doch naar onze meening slaagt hij nergens zoo gelukkig als in het landschap en de binnenhuisjes.
Niet dat wij erg ingenomen zijn met die miniatuurachtige, lieve gelikte landschapjes, zooals dat gezichtje op Luik en vier, vijf andere van dat slach; alles behalve. Neen, wij bedoelen de stukken getiteld: Straat te Veerle, Bloemenhof te Castel, Op zoek naar een Onderwerp, De Kraaien, Op weg naar de Klopjacht en De Palingvisscher. Die zeggen iets door gevoel of gedachte, door licht en kleur.
En diezelfde stille poëzie brengt bekoring in de heerlijke binnenhuisjes: Op 't Kasteel, In de Hut, Nieuwe Aankoop, My Studio, met zulke innemende liefde geteekend en gemaald, zoo aangenaam van toon, zoo harmonieus en warm van kleur.
Buiten kijf mag Louis Van Engelen voortaan genoemd worden bij de Antwerpsche artisten, die het best hun ambacht kennen; maar ook kan hem verweten worden, dat hij niet persoonlijk genoeg is, en dat de meeste zijner schilderijen, hoe lieftallig van uitvoering ook, niet de vertolking schijnen te zijn van hetgeen hem diep getroffen of ontroerd heeft.
Hij moet er voortaan naar streven, nog meer zichzelf te zijn, opdat zijne kunst een scherp afgeteekend, een eigen karakter drage. Indien hij, met de benijdenswaardige hoedanigheden, welke hij bezit, wat dieper wil doordringen in den geest zijner onderwerpen, dan kan hij zich eene schoone plaats veroveren tusschen de mannen van naam.
16 April 1895.
Frans Van Cuyck.