datum vaststelt in de jaarboeken van den ‘Kunstkring’!
En nu we toch over hem aan 't spreken zijn, kunnen we best in éenen adem gewagen van dien anderen schoonen feestavond, op Donderdag 21 Maart door de Nederlandsche Afdeeling voor de leden klaargemaakt. Wij bedoelen de voordracht van den heer Ch. Boissevain, te zamen met de declamatie - in de allerbeste, of juister: de eenig goede beteekenis - van jufvrouw Reineke.
De sympathieke hoofdopsteller van het ‘Algemeen

KERSTMIS
naar eene teekening van Josue Dupont
Handelsblad’ van Amsterdam bracht, in eene gloeiend geschreven improvisatie, eene soort van lofgalm uit ter eere van ons schoone Vlaanderland en zijne verrijzenis uit den doodslaap der verbastering. Hij roemde de leiders en strijders in de Vlaamsche beweging, drukte de hoop uit, dat zij moge zegepralen, en voorspelde voor den Nederlandschen stam, indien Noord en Zuid maar kloek hand aan hand gaan, eene toekomst, die bij ons verleden niet zal verbleeken.
De geestdriftigste toejuichingen vielen echter ten deel aan de allerliefste jufvrouw Reineke. Zij illustreerde, gelijk spreker zelf het zegde, de vleiende rede van den heer Boissevain. Haar en zijn doel was, door het voordragen van dicht en proza het publiek van den ‘Cercle’ te toonen, welke begaafde artisten met de pen het kleine Nederland tegenwoordig oplevert, en hoe zoetvloeiend, hoe zangerig en melodieus onze moedertaal klinkt.
Moet ik zeggen, dat de bevallige declamatores daarin meer dan geslaagd is?
Zonder het minste gebaar, enkel en alleen door goed, toonjuist en muzikaal te zeggen, deed zij ons gedichten smaken van Frans de Cort, Victor Dela Montagne, Pol de Mont, Antheunis, Frits van

PAASCHKLOKKEN
naar eene teekening van Frans Van Leemputten
Eeden, Willem Kloos e.a. zooals de oude school van declameeren, met haar armzwaaien en onnatuurlijk stemgedreun, het nooit had gekunnen. Den meesten bijval behaalde zij met
Proza van Van Deyssel, dien aangrijpenden lierzang in ongebonden stijl, een geniaal stuk, gelijk zelfs een groot kunstenaar er geen twee in zijn leven neerschrijft.
Pol de Mont dankte den heer Boissevain en jufvrouw Reineke in naam van het publiek, en hij deed het met eenige doorslaande woorden, die een goeden indruk zullen achterlaten bij velen.
Kortom, het was een avond vol genot, en wij reikhalzen naar zijnen tegenhanger!
Frans Van Cuyck.