Mengelingen
Van Camille Mauclair, den schrijver van het te weinig bekende, zeer kurieuze boek, Eleusis, het volgende proza-epigram, dat ook voor meer dan éen in België geschreven schijnt, en dat wij ontleenen aan de rubriek Choses d'Art, Decemberaflev. van Le Mercure de France:
‘Le manque de notions d'art est inimaginable ici, et d'adroits imitateurs comme M. Filiger réussiront toujours par cette raison. Personne n'est naïf comme les Parisiens: on ne sait pas, on ne s'enquiert pas. On fait du poème en prose à propos du sujet d'un tableau, et on se croit critique d'art.’
Verder, in hetzelfde opstel, nu over de schilders der symbolistische richting in het algemeen, deze weinig vleiende karakteristiek:
‘J'ai beaucoup fréquenté dans ce petit monde ambitieux et gesticulateur qu'on voit s'exhiber chez Le Barc ou aux vernissages des Indépendants.
Ils ne sont pas forts, non, vraiment. Aucune documentation technique: des mots, des mots, un air doctoral, la haine des artistes connus, le désir secret de l'argent, et la tête creuse.
C'est un peu embêtant, si on veut me passer le mot. Mais nous en verrons bien la fin.
Ne nous pressons pas, et attendons quelques années. Il en a déjà tant défilé dans les lettres, de ces bonshommes-là...’
Ook Adolphe Retté, de dichter van Cloches en la Nuit en Thulé des Brumes, heeft niet langer vrede met zeer veel wat in zekere kringen en kliekjes en kapelletjes der Fransche hoofdstad, zoo maar alleen om zijn schijnbare nieuwheid, hemelhoog geprezen wordt.
Wat hij in de volgende regelen zegt is wellicht een... waarheid-als-een-koe; maar het kan toch nooit kwaad, ze eens te herhalen:
‘Aussi quelle singulière manie que celle qui consiste à vouloir des peintres intellectuels!
C'est là le travers qui a perdu nombre d'artistes de ce temps. A force d'écouter la gent de lettre, au lieu de peindre selon leur nature, ils ont commencé par se dire: “Moi je ferai naïf” ou “Moi je ferai mystérieux.” Eh! non, pauvres gens, vous avez tout simplement faussé votre impulsion en la frelatant de littérature.
Envoyez donc promener une bonne fois les critiques d'art, dites ce que vous avez à dire le mieux que vous pouvez, persuadez-vous que le moindre navet créé sincèrement vaut mieux que les intentions les plus apocalyptiques pourvu qu'il soit personnel, mais personnel sans que vous vous en doutiez. Soyez des artisans de nature et vous arriverez par là à être des Maîtres.’
Ook dezen wenk - hier reeds door anderen geven - ontleenen wij aan Retté's schrijven in Le Mercure:
‘Soyez humbles devant la vie, et la vie vous en récompensera en fortifiant votre rêve. Mais si vous prétendez lui imposer votre rêve ou celui de vos éducateurs, vous ne serez que des frelons bourdonnant dans le vide.’
Children's Singing Games, with the tunes to which they are sung. - Collected and edited by Alice B. Gomme. - Pictured in black and white by Winifred Smith. - Price 3/6. - David Nutt in the Strand, London.
Nog eens een van die kostelijke Engelsche kinderboeken, welke niet de speellustige kleintjes alleen, maar ook alle volwassenen van smaak in verrukking brengen.
Wel eenigszins verwant met de allbekannte kinderfiguurtjes van Kate Greenaway, de snoezige jongens en meisjes die, op iedere mooie bladzijden, waarover Winifred Smith even met den tooverstok, pardon, de teekenpen heenstreek, al wat er aan prettige, guitige, dwaze of ernstige daden in deze eenvoudige zingdeuntjes verteld wordt, aanschouwelijk voorstellen.
Wij zien ze, vroolijke ronden dansend in When I was a young girl, of processiegewijs, met deftigen stap achter elkaar, met pauweeren, boeken en leien in handen, ter weide gaan om te melken in Milking Pails, of saamgerot tot een heele leger van lilliputtisch mooikleine soldaten in We are the Rovers.
In andere, zoo in de teekeningen bij Here come three Dukes a riding, zien wij geen kinderen meer, maar geestig gedachte middeleeuwsche ridders en aardige, half blooë, half snaaksche boerinnetjes.
En in al die figuurtjes zit zooveel karakter, zooveel ras, zou ik zeggen; zij zijn zoo goed Engelsch en spelen hun rolletje met zulk een ernst en waardigheid, dat men het niet moe wordt het boek altijd weer van vorenaf aan te doorbladeren.
Bij elk deuntje - woorden én wijze - voegde de verzamelaarster eenige spelaanwijzigingen, directions for playing,