Josse Impens
Josse Impens, van wiens hand onlangs in het Brusselsche Waux-hall een veertigtal schilderijen waren tentoongesteld, is een der weinige Zuidnederlandsche artisten, op welke de theorieën der laatste vijftien à twintigjaren niet den geringsten invloed oefenden.
Een der vele kunstenaars, welke grootendeels hun opleiding genoten in het beroemde atelier van P.J. Portaels, deed hij zich van eerst af kennen

josse impens
als een hartstochtelijk bewonderaar van onze zeventiendeeuwsche Vlaamsche en Hollandsche klein- en fijnschilders, en legde hij er zich meer en meer op toe, hun de warmte en diepte van hun koloriet en de schittering van hun licht-en-bruin af te leeren. Levende in de meest revolutionaire omgeving, welke een kunstenaar zich kan denken, namelijk in dat eigenste bij uitstek kosmopolitische en voor elken invloed, voor elke mode van buiten openstaande Brussel, waar twintig kringen en meer, van
L'Essor tot
L'Art libre en
La libre Esthétique, zelfs de allergeringste nieuwigheid, zoo in de vinding als in de uitvoering, soms niet zonder marktgeschrei popularizeerden, bleef hij, zonder zich daarom af te zonderen, voortleven in den stillen, bonten droom van een, die in zijn kunst vóor al 't andere ziet en bemint een manifestatie van mooie en rijke kleuren, bleef volkomen onverschillig aan eerst de naturalistische beweging, die eischte, dat men ‘documents humains,’ zelfgeziene en beleefde gebeurtenissen, en aan het néo-idealisme, hetwelk wenscht, dat men poëtische, ‘gedachte’ onderwerpen zal behandelen, en dacht er evenmin aan, zijn ezel onder den invloed der vrijlichtschildering naar buiten te verplaatsen, als de donkere tonen van zijn palet onder den aandrang van het veldwinnend luminisme te verhelderen.
Indien ik nu, ondanks dit bepaald ouderwetsche karakter van zijn kunst, toch woorden van sympathie over heb voor dezen schilder, dan is zulks toe te schrijven aan de eenvoudige oprechtheid en de deege degelijkheid, welke van zijn werken het dubbel en in 't oog vallend kenmerk zijn. Eenvoudig oprecht is Impens' kunst, omdat zij alleen geven wil wat zij geven kan: een bescheiden lofzang aan de zacht ineensmeltende kleuren van in den stillen schemerdag der binnenhuisjes schuilende dingen, geen schetterende fanfare aan het alles verlevendigende zonnelicht; degelijk is zij, omdat zij zich niet tevreden stelt met een eerste proefje, een aarzelend aanloopje, een twijfelachtig begin, maar omdat zij zonder tot uitgepierdheid en geliktheid over te slaan, op smaakvolle, oogbevredigende af-heid gesteld is en beschikt over genoegzame oefening, om elk voorwerp zijn passende waarde, en over voldoenden smaak, om aan het geheel de noodige harmonie te behouden.
Dáarom, en omdat Impens toch, ondanks al wat hij van hen leerde, veel meer een geestverwant is onzer oude meesters dan een plat navolger, vloek ik niet tegen het anachronistiche van zijn heele zijn en doen, en stel ik zijn arbeid stoutweg hooger dan dien van zoovelen, die zich - alleen om de mode zonder meer - als slaafsche nabootsers van Manet, von Uhde, Puvis, Monet, Israëls en de Marissen deden kennen.
Impens schildert het liefst en het best kleine stukjes, een spadassijn met gebogen zwaard, een bedelaarstype, een zich warmend besje, een drinkerstronie, een gitaarspeelster. Los en zwierig loopt dan zijn penseel over doek of paneel, geestige trekjes doet het spelen in aangezicht of hand, plezierige