vertrouwensvolle ‘heimgegangen’ zal beitelen, zal het geslacht uitgestorven zijn.
En eer tien jaar zullen voorbij wezen, zal niemand zich de beteekenis herinneren van den naam, die met haar stierf, tenzij misschien hier of daar een grijze ‘pastor’, ervaren in de kerkgeschiedenis van zijn land, hier of daar een geleerde, opmerkzaam op de honderd wijzen, waarop de geloofsdrang zich uit in onze negentiende eeuw.
Want eens, vijftig, zestig, tachtig jaar geleden, was die naam in den mond van vele vromen.
Wie legt er zulke verschijnselen uit?
Was het door het gedurig lezen in den ouden bijbel? Was het door het aanhoudend staren naar de kerk, op haren heuvel, dáár, boven al de huizen, of hoe kwam het, dat de goede lieden van het stadje op gewissen dag tot de overtuiging kwamen, dat een nieuwe Zaligmaker onder hen ging geboren worden?
Op welke teksten van de Schrift steunden zij? Wie het eerst sprak er van het Wonder? Wie maakte propaganda? Ik weet het niet, maar op zeker oogenblik was het een feit, zoo dachten zij, een niet te betwisten feit, dat de Messias ten tweeden male ging Vleesch worden, dat Hij het licht zou zien binnen de muren van R. en dat N...., verwante dezer twee vrouwen, zijne moeder zou zijn.
Zij was voor de eerste maal zwanger.
Men wachtte, bang en blij.
Eene secte vormde zich, vrij talrijk, en niet één profeet had ooit meer fanatieke vereerders dan de toekomende moeder van den Verwachte.
Toen gebeurde het, dat zij het leven gaf aan een meisje.
Jaren gingen voorbij.
Het kleine getal dergenen, die zich in den beginne niet lieten afschrikken door de kunne van den nieuwen Messias, smolt op niet. De eene na de andere keerde terug in den schoot der orthodox-evangelische kerk.
De familie van het Wonderkind ging ten onder.
Nu blijven er nog deze twee vrouwen en de gehuwde, kinderlooze dochter in Elberfeld.
Of zij nog hechten aan de overlevering? Of zij somtijds terugdenken aan de dagen van vroeger, toen de bewoners van R. in hunnen godsdienstijver reikhalzend uitzagen naar de spruit van hunnen stam, die goddelijk moest wezen?
Wie zal het zeggen?
Hannah.