waarin de schrijver, na den genialen Noor te hebben gelezen, alsmede de merkwaardigste studiën aan hem gewijd, zijne indrukken en beschouwingen meedeelt. Het fraai gesteld werk hangt eene volledige gallerij op van Ibsens gewrochten en eindigt met eene proef van karakterschets des dichters. Critiek moet men er over 't algemeen niet in zoeken, maar de Bom wil zijn boek voor niet meer dan een propaganda-schrift beoordeeld zien, en als zoodanig dunkt het ons uitstekend en van blijvende waarde.
Er wordt in Duitschland eene volledige uitgaaf aangekondigd van Ebers' werken, eene bedenkelijke onderneming in onze oogen, want slechts zeer enkele romans van den geleerden egyptoloog hebben kans van door 't nageslacht gelezen te worden.
Het 22ste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres wordt gehouden in Gelderlands schoone hoofdplaats Arnhem, op 29, 30 en 31 Augustus van dit jaar. Op last van 't Willems-Fonds maakt de heer August Gittée tegen dat tijdstip een boek klaar over Nederland: eene gelukkige gedachte!
Vóor eenige dagen werd de heer D. Sleeckx, de gevierde schrijver, briefwisselend lid benoemd van de Koninklijke Academie van België, eene onderscheiding, welke den zeer verdienstvollen en geleerden man gewis eenige jaren vroeger reeds had moeten geschonken worden. Weinigen verdienen ze meer!
Frans Van Cuyck.
Tooneel decentralisatie te Parijs. - Over de meer en meer in de mode komende voorstellingen van bijzondere troepen, zegt Figaro dat zij treden in ernstige concurrentie met die van de gewone theaters, ja meer: dat de proefnemingen die men er door neemt, een nieuw symptoom zijn van de onrustigheid van den publieken smaak. Dit naar aanleiding der inwijdings-soirée van het Théâtre des poètes, onder toezicht van F. Coppée, welke onlangs plaats had. Deze nieuwe vereeniging wil ‘aan de poëzie de plaats teruggeven, haar ontnomen door 't realisme’. De eerste avond moet slechts gedeeltelijk geslaagd zijn. Het openingsstukje la Loi d'Aristote is, volgens Figaro, erger in zijn voorgewende fantasie dan de meest platte realiteit. Het daaropvolgend Sous un Chêne, van M. Fabié, wordt daarentegen geroemd, terwijl het eveneens op 't programma voorkomende Le Poète et la Nature, van M. Vancaire en Septime et Myrrha, van M.A. Silvestre, in tamelijk vage termen besproken worden.
In het bekend maandblad Mercure de France verscheen een door A. Cohen bezorgde vertaling van een Sprookje van Gezag van Multatuli, alsook een gedeelte uit Vorstenschool, in Fransch proza omgewerkt door Roland de Marès.
Deze laatste bespreekt in het pas verschenen Juni-nummer het nieuwe tijdschrift Van Nu en Straks, waarin hij vooral onderscheidt Van Geluk, ‘dont les vers libres, avec leurs rythmes brisés, expriment une nostalgie étrange’; de sonetten Hoogmoed door van Langendonck, en ‘les pages de prose nerveuse et forte’ van Emm. de Bom.