De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 6(1893)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Uit den cyclus ‘Nelly’ van Alfred de Smet. Roode zee Oneindige zee, o zee van liefde, uw golven zwalpen verbijsterd voort. Ik heb, o zee, uit uw hijgenden boezem een peilloos bangen zucht gehoord! Gij lijdt: uw baren - uwe aadren - zwellen en barsten, en drenken 't rozige strand tot een purperen vloer, waarover gij sprankelt, een reuzige roode diamant. Uw heerlijke bruidegom torscht een rouwfloers, de hemel is hopeloos zwartgehuld... Ontzaglijke bruid, wie verwint er het Noodlot, dat uw godlijke ziel met wrangheid vervult? O roode zee van 't roode Dawlish, getrouw, volledig levensbeeld, o zee van liefde, zee van smarten, uw leed wordt als uw min gedeeld! Want zie, daarboven, het rouwfloers verdunnen, - den hemel, uw eeuwigen minnaar, uw vorst, zijn zwarte kleeding met goudene vingren krampachtig tornen van zijn borst. En zie daar, tusschen de vlottende flarden, de zon - zijn harte - louter bloed, in rooden regen nederdruipen, nog rooder in uw rooden vloed... Vorige Volgende