Millet
Over J.F. Millet schreef niemand minder dan Jozef Israëls, in het Catalogus eener onlangs in Pulchri Studio te 's Gravenhage geopende tentoonstelling, eenige zeer lezenswaardige bladzijden, welke wij aan zekere aanbidders - malgré-tout van al wat akademisch en geijkt is ten warmste wenschen aan te bevelen.
Wat een artist als déze over een artist als dézen zegt, doet naar mijn opvatting wel wat meer af dan wat 25 recensenten vertellen kunnen. Over Millet's manier schrijft de onsterfelijke Hagenaar o.a.:
‘Hij heeft bewezen, dat elke manier, die door den kunstenaar geschikt wordt bevonden, om zich te uiten, voor hem de ware is, en dat men geene rekening behoeft te houden met wat anderen voor noodzakelijk hebben geproclameerd’.
Zeer interessant is het volgende:
‘Begrijpt men wel den afstand, door Millet afgelegd, van zulke studiën (als zijn eerste waren) tot op werken, als men hier van hem zal bewonderen? Voelt men niet, hoeveel er is omgezet in het hoofd van den kunstenaar, die, beginnende met de zuiverste traditiën, eindigt met de meest vrije en zelfgevonden uitingen van zijn geest, zóo zelfs, dat men geneigd is te beweren, dat geene school, welke ook, in zijn werk zichtbaar is, en dat de bewondering van geen groot meester daarop van invloed is geweest’.
Over het te Cherbourg opgerichte beeld zegt Israëls ten slotte:
‘Menig kunstbeoordeelaar, die het publiek denkt voor te lichten, zal bij het zien van dit standbeeld wel iets gevoelen van het gevaarlijke van zijn bedrijf. Hij zal moeten erkennen, dat bij sommige, door hem niet begrepen, zelfs verafschuwde kunstwerken, de schuld wel eens bij hem en niet in het kunstwerk te vinden is. Maar ook zal dit standbeeld een bemoedigend gevoel wekken in het hart van strevende kunstenaars; want het zal hun toeroepen, dat niets den man kan ten onder brengen, die werkelijk iets te vertellen heeft, en die met volharding en overtuiging zijn dagtaak vervult, zoolang de zon hem beschijnt’.
Nog eens, aanbevolen, warm aanbevolen - à qui de droit!