De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 6
(1893)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–Aan een naar Boulogne-Sur-Mer afreizende schooneComme l'arondelle chante
et ma flûte ne dit mot.
Daphnis et Chloë, livre I, p. 12.Ga naar voetnoot(1)
Wolklooze zomerhemel.......
In laaienden zonneglans
dansen de zilvergekuifde
baren hun morgendans.
Groen- en witgekleurde
wagentjes rollen in zee.
Met vroolijk goechelen lokt er
elke bader zijn baadster mee...
Gij zit in den hoogen windstoel
en leest een heel oud gedicht. -
Wat fonklen uw oogen! Een glimlach
speelt om uw zoet gezicht.
‘Comme l'arondelle chante
et ma flûte ne dit mot......’
Waarom uw boek nu gesloten?
Wat staart ge in de verte zoo?
Hoe mooi en juist, in zijn eenvoud,
dat oude, simpele woord...:
‘De zwaluw piept en schettert...
Mijn lied is als gesmoord...’
Ja, ‘es ist eine alte Geschichte!’
Een' steeg eens het hart naar den mond,
doch, toen hij het uit wou spreken,
geen woordeken, dat hij vond...
Hij ging, - en zij ging henen...
Zij zagen elkaar niet weer...
De stonde des heils komt eens maar,
en nimmer slaat zij meer. -
Onnoozele, domme menschen,
wat aarzelt en zwijgt gij zoo? -
‘Comme l'arondelle chante
et ma flûte ne dit mot!’
Pol de Mont.
Juli 1892. | |
[pagina 13]
| |
![]() Naar eene koolteekening van Emiel Claus.
|
|