De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 5
(1892)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–
[pagina 158]
| |
Het Gulden Cabinet der schildersAdditien en correctien tot het Gulden Cabinet der schilders door C. De Bie, zoo van den auteur als van J.E. Quellin.Er bestaat een exemplaar van het Gulden Cabinet der Schilders, door Cornelis de Bie, waarop de schrijver zelf en na hem de schilder Jan-Erasm Quellin, verscheiden aanteekeningen geschreven heeft. Dit exemplaar berust in de bibliotheek der Hoogeschool van Bonn en komt voort uit de verzameling van E.J. Smeyers, den Mechelschen schilder en kunstliefhebber der vorige eeuw. Van dit handschrift werd reeds in de verleden eeuw een afschrift genomen, dat dezer dagen in onze handen kwam en waaruit wij hier afdrukken wat betrekking heeft tot Nederlandsche schilders. In hun geheel zijn de aanteekeningen naar het exemplaar van Bom overgedrukt door Theodoor Levin, in het Zeitschrift für bildende Kunst, van 1888. Het verschil van leeswijzen tusschen dezen en onzen tekst is onbeduidend. Max Rooses. | |
Additien en Correctien totHet Gulden Cabinet van de edel vrij schilder Const inhoudende den Lof van de vermarste Schilders, Architecten, Beeldthouwers ende plaetsnijders van dese eeuw door Corn. de Bie nots. tot Lier 1661. t' Antwerpen gedruckt bij Jan Meyssens etc. in-4o ten deele van den Auteur selve en ten deele van Joannes Erasmus Quellien, bij een vergadert ende eijgenhandig geschreven door Egidius Josephus Smeyers konstschilder van Mechelen welke Additien en Correctien bevonden worden in het gulden Cabinet der Schilders tgene 20 Meert 1767, tot Mechelen in den koopdag der Boeken van den voors. Smeyers is gekogt geweest, voor eene somme van dertig guld: en thien stuyv. wisselg: door den seer Edelen Heere graeve Cuypers d'Alsingen etc. die t selve tegenwoordig is bezitttende. Alle de Bygeschreven noten, waer by een Q gestelt staet sijn gecopieert uyt den boek van de Bie toebehoorende aan Joannes Erasmus Quellien schilder van Antwerpen tot Mechelen gestorven, de welke hij hier bij met sijn eigen hand geschreven had.
Gulden Cabinet der Schilders door de Bie. Fol. 37. Petrus Paulus Rubens, etc. Coloniae Agrippinae ut alii dicunt oriundus. Ga naar margenoot+ Den heer Secret. de Weert wiens moeder was de dochter van Philip. Rubens eertijts Secretaris van Antwerpen heeft mij gesijdt dat sijn grootvader eenige moyte had omt secretarisschap te krijgen, alsoo hy 't was die tot Keulen geboren was, ende niet P. Paulus sijnen broeder desen teghenwoordighen Schilder Rubens, want tot Keulen en is maer een kint geboren van desen stam, alsoo sijne ouders daer maer gevlucht en waeren om eenige rusien die de stadt raekten van Antwerpen. Hallucinatur in eo Quellinus, verum enim est quod Pictor Rubenius sit natus Coloniae Agrippinae. Fol. 58, 11 vers Hij is van edelstam stelt Hij was een edelman. Fol. 61. Francois Snyders, etc. Il morut l'an 1657 agé de 78 ans. Fol. 91. Adriaen Brouwer, schilder uyt Vlaenderen. Hij was geboren tot Audenaerde. Fol. 103. Cornelis Schut, etc. naer het laetste vers Syn epitaphie is tot Borgerhout gelyk volgt: Cornelius Schut humanarum figurarum pictor in inventionum copiâ ac dispositione singularis obiit 24 April 1655. Dla Anastasia Scelliers ejus uxor obiit 24 October 1654. ut qui Christiano conjugio modicum juncti fuere in terris, aeternum jungantur in coelis precare lector. Godt is ons Schudt. Fol. 108. Jan de Wael, 13 lin. In margine stelt Jan de Mayer. Fol. 110. Abraham Mathys. Stelt Mathysens Eod. Fol. naer den laesten regel. 't Antwerpen in de minderbroeders kerck neven het autaerstuk van ons lievrouwe Crooning is sijn grafscrift als volgt: D.O.M. Fol. 111. Adam Willaerts, etc. Ga naar margenoot+ Filium habuit pictorem qui mecum habitavit Romae, qui cum in India fuerat, gedoopt is Indiaen anno 1659, was gereform. valdè diligens delineator, dan anno 1663 à 4, is naer Uytrecht gekeert, is daer met een jonck mens getrout, is ook Catoliek geworden, schoon dat hij al tot sijn jaeren ende grijs was, spelde wel op de luyt, had in Indien veel rarityten voor den gouverneur van de Hollanders geschildert. Fol. 145. 27 lin. (Raphaël Coxie). In margine: hij heeft gewoont tot Brussel was eenen historie schilder. Fol. 153. Pierre Franchois, etc. Naer 1654 agé 48 ans. Fol. 158. Petrus Testa, etc. naer den laesten regel. Ga naar margenoot+ Ae 1650 is dito Testa verdroncken synde in den Tiber gevist, ik hebbe diversche persoonen gesproken, die hem doot synde aldaer in sijne swerte kleederen ghesien hebben, gelyck Gabron ende Hubertus Quellien etc. daer wirt verschyden van gesproken, sommighe dat hy par malheur, andere dat hy sig selfs sou verdroncken hebben. (Wordt voortgezet.) |
|