Jubelfeest van Peter Benoit
Na de uitvoering van werken van Peter Benoit en van de leerlingen der Antwerpsche muziekschool, welke op Zaterdag 4, Zondag 5 en Maandag 6 Juni ll. plaats hadden, werd de feestviering van de stichting der Antwerpsche Muziekschool en de aanstelling van haren hooggeachten bestuurder, Zondag 25 Juli voortgezet. Uit alle gewesten van het land even als uit Holland en Frankrijk waren afgevaardigden gezonden om den meester hulde te brengen. Zij voegden zich bij de Antwerpsche toon-, tooneel-, letteren kunstkringen om stoetsgewijs de muziekschool voorbij te trekken waar Peter Benoit, omringd door de stedelijke overheden en het leeraarskorps der school de onafzienbare schaar geestdriftige deelnemers in oogenschouw nam.
Niet minder dan 11 Hollandsche, 1 Fransche en 100 Belgische, buiten 88 Antwerpsche maatschappijen te samen nagenoeg 200 vereenigingen namen deel aan den optocht. En daarbij mag gevoegd worden dat gansch de Antwerpsche bevolking zich bij de betooging aansloot, want al de straten welke de stoet doorkruiste waren met eene dubbele haag toejuichende burgers uit alle standen bezet, terwijl aan de meeste gevels Belgische of Antwerpsche vlaggen wapperden. Ook op den toren der hoofdkerk was de nationale vlag ten top geëschen terwijl de beiaard met zijne zilveren stem liederen uit Benoits repertorium aanhief. De betooging was grootsch, indrukwekkend, koninklijk. En wie zich herinnert wat, vóór 's meesters komst het muzikale leven binnen Antwerpen was, moet bekennen dat zijn optreden mag vergeleken worden met de verschijning eener nieuwe zon in den nationalen kunsthemel, en waarrond zich eene gansche constellatie sterren kwam scharen tusschen welke menigeene van eerste grootte. Zij stralen door tot in ver afgelegen gewesten, en brengen er ruimschoots toe bij den alouden kunstroem van België staande te houden.
Toen Benoit de feestzaal binnentrad was de geestdrift zoo luidruchtig dat men geen klank vernemen kon van het orkest, welk op dit oogenblik een feestlied aanhief.
Na dat de menigte tot bedaren gekomen was begon het feest met de uitvoering der Jubelcantate van Jos. Callaerts, door hem zelf geleid.
De heer Art. Cornette sprak eene openingsrede uit namens de inrichtingscommissie; eene puike studie waarin de geschiedenis van de Antwerpsche muziekschool en haren bestuurder geschetst wordt.
Vervolgens nam de heer schepen A. Van den Nest het woord namens het gemeentebestuur van Antwerpen dat, zegde hij, niet wilde ten achter blijven, waar de hooge verdiensten werden gevierd van Peter Benoit, den genialen man die sedert vijf-en-twintig jaren zoo menige stonden van onovertrefbaar kunstgenot aan zijne stadgenoten heeft bezorgd, en hunne kinderen leerde zingen.
De hr Nicolaï, bestuurder van het Conservatorium van 's Gravenhage, bracht namens Noord-Nederland eene warme hulde aan den grooten zuid-nederlandschen dichter.
Door de hr Alberdingk-Thym, werd eene redevoering gedaan over naturalism in de toonkunst. De hr Jul. Sabbe, droeg voorgaande huldezang voor, die warm toegejuicht werd, en eindelijk dankte Peter Benoit in gevoelvolle woorden het Vlaamsche volk voor de groote eer hem bewezen.
Twee stukken van den meester werden nog uitgevoerd: Het openingstuk des Pacificatie van Gent en de Van Ruyswyckscantate. En eindelijk had de uitreiking plaats der herinneringsmedalies aan de deelnemende maatschappijen.
Na afloop dezer plechtigheid vereenigden zich niet minder dan twee honderd dischgenooten in de Concertzaal van het Kunstverbond, waar het banket, dat de feestelijkheden moest besluiten, plaats had.
Vele, zeer vele geestdriftige heildronken werden hier ingesteld; zij waren de uitdrukking der oprechte eensgezindheid bij de vertegenwoordigers van al de standen en gezindheden onzer bevolking, waar het de verheerlijking en de opbeuring geldt der Vlaamsche kunst.
In eene volgende aflevering zal eene bijzondere studie verschijnen over Benoit en zijn Werk.
P.B.