Kroniek
Beeldende kunst
Op Zondag 6 Maart l.l. had de inwijding van het nieuwe Museum van Schoone Kunsten te Rijsel plaats. Het gebouw staat op de Place de la République en is bekostigd grootendeels uit de opbrengst eener loterij die 3,789,000 franks zuivere winst afwierp en voor het ontbrekend anderhalf millioen franks uit de stadskas. De bouwmeester, wiens werk bekroond werd door de jury en is uitgevoerd, heet Delmas.
Na de wandeling door de zalen der Schilderijen-galerie, de rijkste der departementeele Museums in Frankrijk, die vooral goed voorzien is van oude Vlaamsche werken, had een banket plaats waar onder andere aanzienlijke Rijselaars ook de schilder Carolus Duran aanzat. Bij het nagerecht werd dezes gezondheid door den prefect Veil-Durand gedronken. Merkwaardig is het antwoord van den grooten kunstenaar: ‘Ik ben zoo gelukkig in mijne goede stad Rijsel terug te komen, waar ik mij als kind wederzie, zoo gelukkig om de blijken van sympathie waarmede ik overstelpt word, dat ik u al mijne erkentelijkheid zou willen uitdrukken. Rijsel heeft veel voor mij gedaan: ik was arm en zij heeft mij toegelaten naar Italië te gaan, naar het land der zon en der wonderen van kunst; ik ben haar alleen alles verschuldigd wat ik ben en ik voel mij gelukkig het te erkennen en uit te roepen.
Zij heeft mij eene plaats ingeruimd in haar Museum, dat door den luister van den grooten Rubens vervuld wordt. Uwe Kruisafdoening, de beste die hij maakte, uwe Verschijning der H. Maagd aan Sint-Franciscus, de Dood van Magdalena, Sint-Bonaventura, Sint-Franciscus, die onsterfelijke meesterstukken, waar men te vergeefs de gelijken zou van zoeken, zijn mijne eerste modellen geweest, en ik ben fier mijne arme gewrochten te zien nevens die van den grooten schilder, die mijn beste opleider en mijn ware meester is geweest.
Ik ben alles verschuldigd aan Rijsel; ik heb er zelfs haat en afschuw gevonden - zoo gaat het in het leven - maar ik ben haar hoog verheven genietingen schuldig, de beste, de diepste die ik smaakte, toegenegenheden en deelnemingen die mijn hart ontroeren en die ik nimmer zal vergeten.’
Die hulde door den grooten Franschen kolorist uit oud Vlaanderen, aan den grooten Vlaamschen kolorist gebracht heeft ons vooral getroffen. Het moge zijn dat hij wat hoog oploopt met de Rubensen uit het Rijselsch Museum; hij overschat zeker niet de verplichtingen die hij aan zijnen ‘waren meester’ heeft.