De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 4

Antwerpsch Mannenkoor

Op 15 April l.l. had de vijfde uitvoering plaats door gemelde vereeniging aan hare leden en uitgenoodigden aangeboden. Zonder te beweren dat deze uitvoering onberispelijk was, mag gezegd worden, dat de behaalde uitslag alle verwachting te boven ging: de samenzang der koren had veel aan degelijkheid gewonnen; men bestadigde meer zekerheid dan vroeger bij het invallen en meer juistheid bij het afbreken; nauwkeuriger schakeeringen en betere uitspraak. Met die hoedanigheden in den samenzang, door den bestuurder op hoogen prijs gesteld, naar men al dadelijk gewaar wordt bij het aanheffen der eerste maten, was dan ook het publiek sterk ingenomen, en getuigde door de luidruchtige toejuichingen, waarop al de koren onthaald werden, hoezeer het de uitvoering op prijs stelde.

Als men nagaat welke vorderingen 't Antwerpsch Mannenkoor sedert de twee jaren van zijn bestaan gedaan heeft, is

[p. 95]

het te voorzien dat, zoo het in de ingeslagen baan volhardt, eene schoone toekomst te gemoet gaat. Zijne stichters, met den heer Gerrit Wagner aan het hoofd, zullen alzoo aan onze stad eene vereeniging schenken zooals er in andere steden, namelijk in Gent en Luik bestaan, en waaraan hier terstede totaal gemis was. Hunne onderneming verdient dan ook alle aanmoediging, vooral omdat zij de zaak onder louter kunstopzicht betrachten en bewijzen geleverd hebben van de degelijkheid der middelen waarover zij beschikken.

Het opvoeren van alle Vlaamsche, Fransche en Duitsche mannenkoren, zoowel opgewekte als ernstige, op voorwaarde alleen dat zij eene muzikale waarde hebben; het doen kennen van nieuwe, of tot nog toe hier onuitgevoerde gewrochten, ziedaar de strekking van de Vereeniging. De programma's der reeds gegeven concerten leveren het bewijs dat zij het met die strekking wel meent.