De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 4
(1891)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–Hans van Remunde
| |
[pagina 39]
| |
et consensum Domini et Oppidi intrandi Marchionatum et oppidum. (Get.) Van der Ryt.Ga naar voetnoot(1)
Komen wij terug op de veronderstellingen der heeren F. van der Haeghen, Th.J.I. Arnold en R. van den Berghe; op bl. 8, B. 122 heet het: ‘La supposition que Jean van Remunde n'avait pas été ou n'était pas resté partisan de la Réforme, est en partie confirmée par la circonstance qu'il (Hans van Remunde) fut inscrit en 1530 comme membre de la gilde de St.-Luc, à Anvers, où n'étaient admis que ceux qui faisaient profession de religion catholique.’ Dit durven wij gerust eene dwaling noemen, daar de genaamde Hansken van Remunde, welke in de Liggeren van St.-Lucasgilde ten jare 1530 voorkomt, niet als vrijmeester werd ingeschreven, maar wel als leerjongen, leerende bij Jacob Orbach, printer. Hieruit besluiten wij dat deze Hans of Hansken een zoon was van Christoffel van Remunde, en eerst onder zijnen eigen naam drukte, na den dood zijner moeder, de Weduwe van Christoffel van Remunde, die woonde in Berckensganck, eenen gang of straatje gelegen op de Lombaardevest, thans dragende het nr 70. Onze bewering wordt te meer gesterkt door eenen Scabinalen brief, gedagteekend van 16 Maart 1535, - dus vijf jaren na zijne aanneming als leerjongen in de St.-Lucasgilde - en luidende als volgt: Jan van Remunde, boeckprinter en zyne wettige huysvrouw Magriete van Luxembourgh, Reyniers dochter. (Nota der Liggeren. Dl. I, bl. 116).
Thans zijn onze vragen, die wij ook zelven zullen trachten te beantwoorden: 1o Drukte Hans I, hier te Antwerpen na zijne terugkomst van Wilsenaken, in zijne vroegere woning het Huys van Wachtendonck, noch andere werken dan die door Le Long in zijn werk Boek-zaal der Nederduytsche Bybels vermeld, namelijk een Nieuw Testament in het Nederduitsch in-8o en een in het Neder-Saksisch, dit laatste voor titel dragende: Dat Hillighe Euangelium, und leuende wordt Gades, vanden Apostelen und Euangelisten geschreuen;... Gedruckt, tho eren des Almechtigen Ewigen Gades, Nutte und Selicheit, und Leringe aller Christen-menschen... In de lauelycke Stat Antwerpen, by my Hans van Rumunde. Im Jar unser Selicheit M.D.XXVI. den X. dach Junii, in-16o en waarvan Le Long zegt, sprekende tevens van den ‘sonderlingen yver van desen Drukker, van Godts-Woordt niet alleen in 't Nederduytsch, maar selfs ook in 't Neder-Saxsisch te verbreyden; niet-tegenstaande dat sulks, van wegens het gestrenge Plakaat des Keysers van den Jaare 1521 met het grootste gevaar geschiedde.’ 2o Is Hans van Remunde welke te Zwolle gedurende de jaren 1546-1553Ga naar voetnoot(2) werkzaam was en aldaar in 1546 eene uitgave van een Nieuw Testament bezorgde, dezelfde als onze Antwerpsche drukker? Op die laatste vraag durven wij antwoorden: zeer waarschijnlijk! Immers hoeveel veroordeelden om zake van Godsdienst, waartusschen dan ook onze boekdrukkers en boekverkoopers van dit tijdstip, verlieten niet onze stad zelfs wanneer zij hunne straf hier hadden ondergaan, om alle verdere vervolging te ontvluchten, of om de Reformatie met meer vrijheid in den vreemde te kunnen aankleven en door hunne werkzaamheden dezelve te ondersteunen en te bevorderen, zooals, om hier alleen van boekdrukkers te spreken, de genaamde Willem Silvius, Van Wolschaeten en meer andere gedaan hebben. Er is dan ook niets onwaarschijnlijks in dat Hans van Remunde, drukkende te Zwolle in het jaar 1546, dezelfde zij als onze Hans van Antwerpen, die onze stad zou verlaten hebben, korts na de terugkomst zijner bedevaart naar Wilsenaken, en mogelijk ook wel om eene tweede veroordeeling te ontkomen, welke hij zich door het drukken van zijn Neder-Saksisch Nieuw Testament zou kunnen op den hals gehaald hebben. Zoo doende, en dit ten antwoorde op onze eerste vraag, zouden de twee Nieuwe Testamenten, het Neder-Duitsche en het Neder-Saksche, beiden in 1526 verschenen, de laatste werken zijn, welke door hem te Antwerpen, en nog wel zonder opgaaf van uithangbord noch straat, zouden gedrukt zijn geworden, d.i. in het Huys van Wachtendonck, alwaar zijne drukkerij gevestigd was. Eene vriendschappelijke hand, deelde ons mede, dat gezegd huis, gelegen op de Lombaardevest, in de wijkboeken ook onder den naam van De drie Passers bekend was, en thans naar allen schijn het nr 54 draagt. Zooals wij hooger zegden, moet Hans II - in de Liggeren van de St.-Lucasgilde Hansken genaamd - de zoon zijn geweest van Christoffel van Remunde. Immers deze was gehuwd en moet tusschen de jaren 1528-1532 overleden zijn. Dit blijkt uit het feit dat zijne echtgenoote, die volgens de ons bekende werken, te beginnen van 1533 tot 1546 afwisselend drukte onder de namen by de Weduwe, de Weuwe, de Wewe, in Berckensganck, ook wel ten vollen uit by de We van Christoffel van Remunde, op de Lombaerde veste in Berckensganck. Niets heeft ons echter bewezen dat Hans I gehuwd was; zelfs in zijne veroordeelingsakte wordt er van zijne huisvrouw geene melding gemaakt, die, zooals het meer gebeurde bij veroordeelingen van dien aard, als medeplichtige zou gestraft zijn geworden, zooals onder andere de echtgenooten van Henric Henrixsens, Jan Roelants, Corn. Van Buyten, enz. Ook kennen wij op het tijdstip dat de We Christoffel van Remunde werkzaam was, geene werken door Hans I gedrukt, maar wij kennen er die na het jaar 1546 tot in 1577 verschenen, den naam dragende van Hans van Remunde, en die wij aan Hans II toeschrijven. Antwerpen. Frans Olthoff. |
|