onberispelijke schoonheid en van koninklijke pracht, platen in strengen kunsttrant geteekend en gegraveerd. Om te bewijzen, op hoe kunstige wijze het hoek werd uitgevoerd, zij het voldoende op te merken, dat, om de sporen te vermijden, die koperen platen op het papier laten waarop men ze drukt, de vignetten in dit werk op platen gegraveerd zijn, grooter dan het reusachtig in-folio formaat van het boek.
Onmogelijk is het al de tentoongestelde voorwerpen hier te bespreken; eene bijzondere melding echter verdienen nog de prachtige banden van het huis Gruel en Engelmann, waardige vertegenwoordigers der bij uitstek Fransche kunst; de degelijke drukken van Delalain, onder andere zijn Cartularium Universitatis Parisiensis, de voortbrengsels der lettergieterij en eindelijk de tentoonstelling der École Estienne.
Nederland was, na Frankrijk het best vertegenwoordigd op de tentoonstelling van het boek. Onder de firma's, welke daar optraden, munt in de eerste plaats A.W. Sijthoff, van Leiden, uit. Deze uitgever heeft gezorgd voor eene volledige uitstalling. Buiten talrijke boeken in gewonen trant prijken hier ook pracht- en plaatwerken. Onder deze zijn de oudere, de ook hier lang en gunstig gekende Divina Commedia van Dante, vertaald door Ten Kate, geïllustreerd door Doré; Vosmaer's Ilias en Odusseia; de etsen van Unger; Nederlandsch Indië door Perelaer, het Vorstenhuis Oranje-Nassau door Vorsterman van Oyen, alle geïllustreerd en keurig gedrukt. Het meesterstuk dezer verzameling, is de prachtuitgave van Van Lennep's romantische werken met photogravuren naar Ch. Rochussen, David Bles en W. de Famars Testas.
Noordhoff, van Groningen, stelde eene onoverzienbare reeks schoolboeken ten toon, die voor welverzorgd werk mogen gelden.
Een andere firma derzelfde stad en eveneens gekend om hare schooluitgaven, J.B. Wolters, stelde drie prachtwerken ten toon: het Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche familiën door Vorsterman van Oyen, Het Wapenboek van den Nederlandschen adel door Rietstap, beide met wapenschilden in kleurendruk en de Regeering van Willem III door S.L. Kepper, drie folianten, met wel uitgevoerde illustratien.
Het Binnenhof in Plaat en Schrift, bewerkt door Arnold Ising en anderen, met twintig platen in kleurendruk naar teekeningen van Klinkenberg, Stortenbeker en Heyligers, uitgegeven door Susan, te 's Gravenhage is eveneens een meldenswaardig prachtwerk. De tekst in prachtige letter op Hollandsch papier, met sierlijke hoofdletters, kop- en staartstukken, is een meesterwerk van druk, terwijl de kleurendruk der platen eveneens zeer fraai is.
De gebroeeders Cohen uit Arnhem en Nijmegen, waren vertegenwoordigd met Stanley's laatste boek, en de gebroeders Belinfante uit Den Haag, met rechtsgeleerde werken.
Onder de uitgevers der overige vreemde landen onderscheidde zich in de eerste plaats de heer Theo. de Vinne, de gekende historieschrijver der boekdrukkunst, tevens drukker van den Grolier Club en van the Century Magazine te New-York. De Grolier Club is een kring van boekenliefhebbers, die in uiterst keurigen vorm sommige oude stukken laat herdrukken of nieuwe schriften betrekkelijk drukkunst en boekhandel laat verschijnen. Deze liefhebbersuitgaven der Nieuwe Wereld vinden ternauwernood hunne weerga in Europa.
Zoo is het ook met de gravuren der Century Magazine en andere Amerikaansche geïllustreerde tijdschriften. Daar ontkiemt niet enkel, maar bloeit eene kunst, die wel voortspruit uit den Europeeschen boom, maar zeer eigenaardige en lieflijke bloemen voortbrengt. Andere werken uit de Vinne's drukkerij A History of New-York, Sakoontala, Velazquez and Murillo zijn voortreffelijk onder elk oogpunt.
Nog verdienen aangeteekend te worden de geïllustreerde wetenschappelijke uitgaven van Edouard Holzel van Weenen, zijne Bäume und Sträucher door Hempel en Wilhelm, zijne Schädlichen Insecten van Schmidt; zijne land- en stadsbeschrijvingen zijn geïllustreerd met kleurendrukken van de hoogste waarde.
Te betreuren is het, dat de Belgische uitgevers niet talrijker den oproep van het inrichtings-comiteit beantwoord hebben. Uit hetgeen men te zien kreeg blijkt, dat in ons land, waar het boekenwezen nochtans ten achter staat in vergelijking met andere landen, er niettemin veel goeds voorhanden is, en, was de Belgische afdeeling niet volledig, door afwisseling toch onderscheidde zij zich.
Eene der belangrijkste verzamelingen was die van Bruylant Christophe van Brussel, die zich sedert jaren eenen goeden naam maakte door zijne geïllustreerde beschrijvingen van België. In de laatste jaren gaf hij in dit vak zijne fraaiste en inderdaad merkwaardige boeken uit, die voor titel dragen Bruxelles à travers les âges door L. en H. Hymans, en Anvers à travers les âges door P. Génard, beide werken rijk opgeluisterd door nabootsingen van oude gravuren en door moderne teekeningen, en opgevat naar het voorbeeld van Paris à travers les âges, door Didot uitgegeven. Behalve deze plaatwerken stelde de firma eene lange reeks wetenschappelijke boeken ten toon, waaronder de rechtsgeleerde werken eene eerste plaats bekleeden.
Hector Manceaux, van Bergen, levert hoofdzakelijk school- en prijsboeken, zonder daarom andere uitgaven te verwaarloozen. Hij is een kunstenaar in zijn vak, wat hij bewijst, niet alleen door de fraaie illustratie ook in zijne gewone werken aangebracht, maar nog door de zeer bijzondere zorg, die hij wijdt aan het samenstellen van een sierlijken titel, gewoonlijk geteekend en niet zelden met kleuren opgesmukt.
De maatschappij van St. Augustinus en die van Joannes den evangelist, die eigenlijk slechts één uitmaken, (firma Descleé, De Brouwer en Co., van Doornik, Brugge en Rijsel), bekleedt eene zeer eigenaardige plaats onder onze uitgevers. Hun voornaamste vak is het gebedenboek en het missaal. Hunne missalen in antieken trant in zwart en rood, met gothieke prenten gedrukt, zijn merkwaardig. In sommige zijn de prenten veelkleurig, de banden van den grootsten rijkdom en het geheel wezenlijk kunststukken.
Deze uitgevers vinden eenen mededinger in het trappistenklooster van Westmalle, in de provincïe Antwerpen.