- In de tentoonstellingszaal der Koninklijke Academie van Antwerpen, was dezer dagen de eerste inzending te zien van Willem Van der Veken, laureaat van den grooten prijskamp in graveerkunst van het jaar 1886. Het is eene krijtteekening op groote schaal, naar de fresco van Pietro Vannucci, gezegd Perugino, ten jare 1484 geschilderd in de Sixtijnsche kapel van het Vatikaan. Het is onder alle opzichten een zeer verdienstelijk werk, de kunstenaar heeft zijne teekening tot in de minste bijzonderheden zeer zorgvuldig afgewerkt, zooals past voor een afbeeldsel dat tot plaat zou bewerkt worden; hij heeft ook aan het geheel het algemeen karakter eener fresco schildering weten te behouden.
Brussel. In de maand April 1881 liet de heer John Waterloo-Wilson, bij testament, eene som van 300,000 fr. aan de stad Brussel, welke gelden moesten besteed worden aan den aankoop van schilderijen voor het gemeente-Museum. Eene der bepalingen van het testament legde aan de stad de verplichting op, in het midden der zaal Wilson, in dit Museum, een gedenkteeken te plaatsen, waarop het beeld zou voorkomen van den begiftiger, dit van zijn vader en dit van Julius Anspach, gewezen burgemeester van Brussel. Het testament duidde den kunstenaar aan, die het gedenkteeken moest vervaardigen: den heer Paul de Vigne. Deze heeft zijn werk voltooid: een witte marmeren zuil, waarop drie medaljons in brons uitlossen, tot voetstuk dienende van eenen H. Michiel.