Herbert Spencer over de ontwikkeling der kunsten
(Vervolg, zie blz. 90)
IV
De bepaling der ontwikkeling, zooals wij die verkregen hebben door de voorgaande beschouwingen, is nog niet geheel volledig.
De vuursteenen gereedschappen, die men onlangs ontdekt heeft in zekere aardlagen, bewijzen dat de eerste werken van 's menschen hand zeer gebrekkig waren, wat de juistheid aangaat. Hoewel de gereedschappen en wapens der wilde stammen van den tegenwoordigen tijd merkelijk vooruit zijn tegen de bewerkte vuursteenen, verschillen zij nog van de gereedschappen en wapens der beschaafde volken, doordien hunne vormen en hunne gevesten gebrekkig, weinig gepast zijn. De voortbrengselen der minder gevorderde volken hebben hetzelfde gebrek in eene mindere mate. Eene Chineesche jonk met al haar getuig, vertoont geene enkele volkomen rechte lijn, geene enkele regelmatig gebogene lijn, geene enkele effene oppervlakte. De werktuigen onzer vaderen staan ook achter bij de onze, in dit opzicht. Een antieke stoel, eene oude schouw, een deurslot der voorgaande eeuw, bijna al de voorwerpen van meubileering, die eenige geslachten oud zijn, bewijzen door hunne tegenstelling met de voortbrengselen der hedendaagsche nijverheid, hoezeer deze laatste de voorgaande overtreffen, wat de juistheid, de nauwkeurigheid aangaat. Sedert de uitvinding der planeermachinen, is het mogelijk geworden volkomen rechte lijnen te maken en oppervlakten, die zoo volmaakt waterpas zijn, dat zij geheel luchtdicht op elkander sluiten. De verdeelingsmachine van Troughton, de micrometer van Withworth en de microscopen, welke vijftig duizend verdeelingen per duim laten zien, bezitten eene nauwkeurigheid, welke de werken onzer overoudgrootvaders verre overtreft, evenals deze laatste die der oude Kelten overtroffen.
Dezelfde vooruitgang vertoont zich ook in de fraaie kunsten. Uitgaande van de grof gesnedene en slecht gekleurde afgoden der wilden, ontmoeten wij de primitieve beeldhouwwerken, met ledematen zonder eenigen uitsprong der spieren, draperieën die van hout schijnen, aangezichten beroofd van alle individualiteit, en wij komen aan de laatste beelden der Grieken of aan de moderne beeldhouwwerken; zoo zien wij, dat de nauwkeurigheid der afbeelding steeds is vooruitgegaan. Vergelijk de muurschilderingen der Egyptenaren met die van de middeleeuwen in Europa, of deze laatste met de moderne schilderingen, en gij zult duidelijk zien, dat de voorwerpen steeds met meer juistheid zijn weergegeven. Hetzelfde is ook het geval met de werken van verbeelding en het drama. De wonderbare verhalen van het Oosten, de romantische legenden van het Europeesche riddertijdvak, evenals de mysteriën en de tooneelwerken, die er onmiddellijk op gevolgd zijn, komen weinig overeen met de werkelijkheid des levens; hetzelfde mag gezegd worden van het groot aantal bovennatuurlijke gebeurtenissen, van de uiterst onwaarschijnlijke samentreffingen en van de onduidelijk geteekende personages. Naarmate de samenleving vooruit is gestapt, is de afbeelding natuurlijker geworden, dichter gekomen bij de waarheid. Thans worden de romans en tooneelstukken toegejuicht in de mate der getrouwheid, waarmede zij de karakters van elken persoon voorstellen; de onwaarschijnlijkheden en onmogelijkheden, waarvan de werken des geestes vroeger vol waren, worden thans verworpen; men begint zelfs af te zien van die sterk verwikkelde intrigen, waarvan het leven zelden voorbeelden oplevert, indien zij wel ooit voorkomen.
Wanneer wij nu het voorgaande samenvatten, dan bevinden wij, dat hetgeen men gewoonlijk vooruitgang heet, en dat meestal in de wetenschap en de wijsbegeerte van dezen tijd ontwikkeling (evolutie) genoemd wordt, eigenlijk bestaat in een overgang:
Ten eerste, van het onsamenhangende tot het samenhangende;
ten tweede, van het éenvormige tot het veelvormige;
ten derde, van het onnauwkeurige tot het nauwkeurige.
In andere woorden, de vooruitgang in de kunst is een streven naar eenheid, verscheidenheid en waarheid.
Daarin bestaat de theorie van Spencer. Ons voornemen was, deze leer op beknopte en toch volledige wijze te doen kennen. Wij achten hiermede ons doel bereikt.
Arthur Cornette.