Kroniek
Antwerpen. Bij koninklijk besluit van 5 October zijn benoemd bij onze koninklijke Academie van Schoone Kunsten: Professor van geschaduwde figuren voor het antiek, 4e graad, in vervanging van wijlen den hr. Ed. Dujardin, de hr. Fr. Vinck; Professor van teekenkunde van 3e graad, de hr. Jan Rosier; Professor van teekenkunde van 2e graad, M. Ed. De Jans, kunstschilder.
- De Moniteur van 13 October deelt de benoeming mede van den heer Frans Van Kuyck, als professor van teekenen en grondbeginselen der schilderkunst voor jufvrouwen, aan de koninklijke Academie van Antwerpen. - Onze beste gelukwenschen.
Brussel. Ziehier den uitslag van den Prijskamp van Rome voor Muziek: 1e prijs: Gilson, van Brussel; 2e prijs: Le Brun, van Gent en Lodewijk Mortelmans, van Antwerpen; accessiet: Rinskopf, van Gent.
- In hare zitting van 10 October l.l., ging de klas van Schoone Kunsten der koninklijke Academie van België over tot het keuren van den prijskamp van beeldhouwkunde, door haar uitgeschreven. Het ontwerp was: Liefdadigheid, in half verheven werk. Vier mededingers namen deel aan den wedstrijd. Deze was buitengewoon merkwaardig en de jury drukte zijn leedwezen uit dat niet twee prijzen konden toegekend of de prijs niet kon verdeeld worden. Bij de stemming werd de prijs van 1000 fr. toegekend aan het werk van den heer P. Braecke, terwijl eene zeer eervolle melding werd gestemd voor eenen der overige mededingers en de hoop werd uitgedrukt dat het Staatsbestuur des gevraagd, hem eene toelage zou toekennen. Deze mededinger heeft zich doen kennen, het is de heer Charles Samuel. Beide mededingers verblijven te Brussel.
Frankrijk. Zaterdag 28 Sept. had in het Trocadero te Parijs, een groot concert plaats, waarvan het programma uitsluitend uit muziekstukken van onze nationale meesters bestond: Peter Benoit, Jan Blockx, A. Dupont, F.A. Gevaert, A. Grisar, Gretry, G. Huberti, Leon Jehin, Ed. Lassen, F. Le Borne, F. Servais, Th. Radoux, Ed. Tinel, A. Vieuxtemps, Em. Wambach. Dit concert genoot den meesten bijval, en onze toondichters, tot nu toe zeer weinig gekend door het Parijsisch publiek, werden naar hunne juiste waarde geschat. De werkkring onzer Muziekschool breidt zich alzoo op onverwachte wijze uit, wat een zoo roemrijk als verblijdend feit mag genoemd worden.
- Het Lied in Frankrijk. Toen generaal Logerot onlangs te Besançon het garnizoen in overschouw nam, hieven al de manschappen het Vae Victis! aan. De indruk was zeer treffend. Er is spraak, verzekert men, bij plechtige gelegenheden, vaderlandsche refereinen te laten zingen aan de troepen. Men herinnert daarbij, dat tijdens de Omwenteling, de soldaten al zingende naar het veld togen.
- Een der kostbaarste Fransche handschriften, de Chroniques, van Froissart, is aan eenen buitenlandschen verzamelaar voor 45,000 fr. verkocht door eenen boekverkooper in de Passage des Panorama's.
Duitschland. Een nieuw groot Zee-panorama zal voor de stad Bremen uitgevoerd worden, voorstellende de haven van New-York. Het standpunt van den aanschouwer is zoo aangelegd alsof men zich op een groot stoomschip der Noord-Duitsche Lloyd bevindt, vanwaar men, van het dek uit, het geheele als in werklijkheid over de uitgestrekte watervlakte aanblikt. De gekende Munchener kunstenaars, Petersen, L. Braun en E. Berning, zullen dit grootsche werk uitvoeren.
- Het beroemde Schiller-Archief, dat zich tot heden op het slot Greifenstein bevond, werd door den kleinzoon des dichters, vrijheer Ludwig von Gleichen-Ruszwurm, aan de groothertogin van Saksen-Weimar ten geschenke gegeven, die ook het Goethe-Archief in haar bezit heeft. De groothertogin heeft beide deze kostelijke stukken doen samenvoegen, zoodat ook hierdoor voor immer Duitschlands grootste dichters onverbreekbaar zullen verbonden blijven.
- Den 5n en 6n November wordt door R. Lepke, te Berlijn, verkocht het bekende schilderijenkabinet Heijmel uit Dresden. Deze verzameling, 181 nummers groot, bestaat grootendeels uit werken van oude Nederlandsche meesters, als: A. Klomp, F. Wulffhaven (uit Bremen, maar in Holland tot schilder gevormd, volgens Houbraken, een leerling van Rembrandt), Pieter van Mulier, G. Netscher (onder andere het portret der markiezin de Maintenon, op jeugdigen leeftijd), G. Dou en J. Steen. Zijn dit kabinetstukken, er zijn grootere portretten van Gonzales Coques en van Ferd. Bol, onder anderen een portret van Hugo de Groot, dat vroeger voor een Rembrandt werd gehouden; genrestukken van Bega, A. en J. Ostade, landschappen en dierstukken van Berghem, J. Ruisdael, M. Hobbema, H. Swanevelt, J. van Goijen, P. Potter, Van Balen, en drie fraaie stillevens van Heda. Verder zijn er drie werken van Lucas Cranach, waarvan twee, Adam en Eva en Lucretia geteekend zijn. Van de Duitschers is Elsheimer met een Batseba in het bad goed vertegenwoordigd; de Fransche kunst door twee stukken van Boucher met badende nimfen; de Italiaansche kunst door een werk van Luca Penni. De moderne kunst pronkt er met beroemde namen: Diaz, J. Descamps, Andr. Achenbach; ook zijn er landschappen van A. van Strij en Verboeckhoven en eene paardenmarkt van Koekkoek.