Peter Benoit te Londen
Buitengewoon veel bijval verwierf, te Londen, het oratorio Lucifer, van Peter Benoit, dat daar den 3n April l.l. uitgevoerd werd. De ruime zaal der Albert-Hall was druk bezocht. Men schat op meer dan negen duizend het getal der personen, die de uitvoering van het werk van onzen landgenoot bijwoonden.
Deze uitvoering was alleszins merkwaardig: meer dan duizend deelnemers, koren en orkest, waren daar aanwezig. De koren, zoo talrijk als verdienstelijk, werden gezongen door de The Royal Choral Society, de voornaamste liefhebbers-vereeniging van Londen.
De orkestmeester, de heer Barnby, is een man van talent.
De bijval, zooveel te beduidender daar de Engelschen gewoonlijk zeer terughoudend zijn bij het te kennen geven hunner gevoelens, bleek reeds bij het optreden van den baryton, den heer Blauwaert, den bij ons zoo gevierden kunstenaar, wiens roem zich door gansch Europa verspreid heeft.
M. Blauwaert vervulde in Benoit's oratorio de voornaamste rol, die van Lucifer. Hij werd luidruchtig toegejuicht na de Aanroeping der Elementen, die hij op meesterlijke wijze voordraagt.
Van dit oogenblik was de zegepraal behaald, het Londensche publiek overwonnen.
De andere zangers Mw. Lemmens-Sherrington, van Brussel, en Mw. Patey, met hare aangrijpende contraltostem, genoten warmen bijval.
De tenor, de heer De Bom, van Antwerpen, die met veel talent de rol van het Water zong, zou het publiek aangenaam verrast hebben, indien hij het stuk, dat hij voordroeg, herhaald had; het is ook eene der schoonste bladzijden uit Benoit's gewrocht.
M. Fontaine, van Antwerpen (de Aarde), bracht ruimschoots het zijne bij om den algemeenen geestdrift te verwekken.
Het alleluia, met orgelbegeleiding, werd algemeene bewonderd. De zoo talrijke koorstemmen gemengd met de krachtige orgeltonen, maakten in den overgrooten beuk der Albert-Hall eenen grootschen indruk.
De begeestering der toehoorders werd op zekeren oogenblik zoo uitbundig, dat zij meermaals moest bedwongen worden.
Bij het eindigen van het concert werd eene zeer vleiende hulde gebracht aan de beide schrijvers van het werk, de heeren Benoit en Emmanuel Hiel en onmiddellijk werd besloten eene tweede uitvoering te houden in de maand November.
In afwachting zal Peter Benoit den 7en Juni eerstkomende, insgelijks in de Albert-Hall, brokken van andere werken ten gehoore brengen. Geen twijfel of die onderneming zal evengoed gelukken als de eerste.