Sterfgevallen
De genre- en landschapschilder Richard Redgrave, is den 14en December, in den ouderdom van 85 jaren, te Londen overleden. Hij had met H. Sole het Museum voor ornamentale kunst in Marlborough House gesticht, waaruit zich later het South Kensington Museum ontwikkelde; ook op letterkundig gebied was hij werkzaam. Met zijn broeder Samuel gaf hij uit: A century of painters (1866).
Wilhelm Paszler, de bouwmeester van Dresden, die zich eenen geachten naam verwierf door het vervaardigen van het Palais zum Gutenberg, overleed in zijne geboortestad op 23 December j.l., in den ouderdom van slechts 49 jaar.
De dierenschilder Otto Weber, is op 23 December ll. te Londen overleden, in den ouderdom van 56 jaar.
Op Dinsdag 8 Januari, overleed te Antwerpen, in den ouderdom van 64 jaren en 4 maanden, de heer J.J. Claes, bouwkundige, oud-leerling onzer Academie. In 1846 behaalde hij den 1n prijs, voor ogivalen bouwstijl, uitgeloofd door de maatschappij van Schoone Kunsten te Antwerpen, en in 1851 den 2n prijs, voor het gedenkteeken van de koningin der Belgen; aan den hertog van Arenberg, den graaf van Merode, den baron van Havre, enz., leverde hij de plans van kasteelen en lusthoven. Hij was een braaf, deftig, kundig en alom geacht man.
De vermaarde Fransche historie- en portretschilder Alexander Cabanel, lid van het Institut de France, is den 22n Januari te Parijs overleden, in den ouderdom van 66 jaren.
De heer Carl Lempertz, een der bestuurders van het groote Keulsche kunsthandelshuis J.M. Heberlé, overleed dezer dagen in den ouderdom van slechts 45 jaar.