Een nieuw orgel
Op 17 Januari jl. werd een nieuw orgel ingewijd in de nieuwe kerk van het Jezuietenklooster te Antwerpen. Dit orgel, vervaardigd door den heer Anneessens, van Geeraardsbergen, bestaat uit twee handclavieren, een vrij pedaal en eenige vereenigingsregisters.
1ste clavier: twaalf registers met Bourdon, Montre en Bombarde van zestien voet.
2e clavier: twaalf registers met Bourdon van zestien voet.
Vrij pedaal van vijf registers met Sousbasse, Contrebasse en Bombarde van zestien voet. Verder, zeven samengevoegde registers, waaronder een Expression, Trémolo en Anches récit.
Wij bemerkten in vele spelen kracht en rondheid van toon, in andere fijnheid en een karakteristiek geluid.
Wij zijn echter minder ingenomen met het spel Picollo, vooral wanneer het afzonderlijk bespeeld wordt: terwijl het trémolo eene zekere eentoonigheid verwekt, die weinig in verband staat met de kerkmuziek.
Dat belet niet dat, in het algemeen genomen, het orgel eenen wezenlijken kerktoon bezit en de tongwerken niet te doordringend zijn.
De klarinet, de viole de gambe en de hohlflüte, zijn bijzonder schoon, en vol toon.
Dit orgel is het 156e, dat door het huis Anneessens gefabrikeerd werd; in de drie laatste jaren leverde het niet minder dan 45 dergelijke speeltuigen, die voor Frankrijk, Engeland, Holland, Ierland en Schotland, zoowel als voor het binnenland, bestemd waren.
De heer Auguste Wiegand, organist te Oostende, bracht op zeer verdienstelijke wijze verechillige muziekstukken ten gehoore. Zijn spel is juist, en steunt op goede orgelschool.
Bijzonderlijk voldeden de Sonate Nr 6 van Mendelssohn, de Fuge van Bach in sol, het Ave Maria van Schubert, en de Marsch van Wiegand.
De overschrijving (transcription) van het Andante uit de tweede symphonie van Beethoven, is weinig geschikt om op het orgel uitgevoerd te worden: wij verkiezen de werken van eigenaardige compositie. Dezelfde bemerking geldt voor de Treurmarsch van Chopin, die voor piano geschreven is.
Edward Gregoir.