De Brabo-fontein te Antwerpen.
Zondag, 21 Augustus, had te Antwerpen, op de Grootemarkt, de plechtige onthulling plaats der fontein van den beeldhouwer Jef Lambeaux.
De kunstenaar putte zijn onderwerp uit de volkslegende, welke aan den naam zijner geboortestad gehecht is. Het onthoofde lijk van Druon Antigoon ligt krampachtig te stuiptrekken tusschen zeemonsters en wangedrochten, aan den oever der Schelde, onder de muren van den burcht, waaraan het afgehouwen hoofd van den reus vastgespijkerd is. De burcht, welke het wapenschild van Antwerpen uitmaakt, rust op een drievoudig zinnebeeldig schip, door drie zeegodinnen gedragen. Brabo, Druons overwinnaar, werpt, van boven op den burcht, de afgehouwen hand van den reus in de Schelde. Dit Handwerpen verloste het land van den boozen dwingeland, en gaf tevens zijnen naam aan de streek, waar het plaats greep.
Met bewonderenswaardigen smaak en schranderheid werden al de bestanddeelen der volksvertelling saamgevat en geproportioneerd, om er een beteekenisvol en indrukwekkend geheel van te maken.
Op welk standpunt men zich ook plaatse, blijft de silhouette der fontein immer bevallig en zuiver van lijn, terwijl elk deel zijne waarde behoudt, om aan het gansche stuk steeds zijne juiste verhoudingen te laten.
Voor wat de eigenlijke uitvoering betreft, die ook is meesterlijk. Het forsche lichaam van den geweldigen en reusachtigen Druon, met eene krachtige hand uit de klei gekneed; de slanke ledematen der zeegodinnen, en hare donsige huid, in tegenstelling met de slijmerige visschenstaarten tot welke hare beenen zich vervormen; de beenderige kop en de stekelige schacht van den phantastischen draak die daaronder kruipt; de andere dieren, het schip, het kasteel, en eindelijk het schoone mannenfiguur van den overwinnaar, los en vlug van beweging, dit alles is op eene bijzondere wijze behandeld, die aan elk voorwerp een hoogst schilderachtig en kleurrijk aanzien geeft.
Het kunststuk brengt bij den toeschouwer nagenoeg denzelfden indruk te weeg als eene schilderij van Rubens. Krachtige gestalten, waaraan de zwierige gebaren en het malsche vleesch lichtheid, leven en beweging geven.
Gansch nieuw en persoonlijk van vinding, is de fontein van Jef Lambeaux, als gedacht en samenstelling, zoowel als onder het opzicht der uitvoering, een echt Vlaamsch, een echt Antwerpsch meesterstuk, dat stellig den naam van den jongen beeldhouwer zal vereeuwigen.
De geut van het metaal is mede allerbest gelukt.
Zeer verschillend werd het werk van Lambeaux door de pers beoordeeld. In de kunstbladen werd er in het algemeen met veel lof over gesproken. Andere bladen hekelden de kleedij, of beter gezegd het gemis aan kleeding van Brabo, en de andere figuren; deze, omdat Brabo, een Romeinsch veldheer, diende gehelmd en geharnasd te zijn; gene gevoelde zich door die naaktheid, zedelijk gekrenkt. Nog anderen beweerden, dat het niet past dat Brabo zooveel gebaren maakt om de hand van Druon op de kasseien der Grootemarkt te laten neervallen; en eindelijk