Wedrennen.
In nr 18 van den Nederlandschen Spectator, in een opstel over volksvermaken, van W.F. Margadant, wordt de volgende aardigheid vermeld: Toen de shah van Perzië, bij zijn jongste bezoek aan Europa, in Weenen vertoefde, was hij maar niet te bewegen een paardenren bij te gaan wonen. Daar hij zich overigens met oostersche gedweeheid naar allerlei vermakelijkheden van anderen aard liet geleiden, verwonderde deze koppigheid op het punt van races de hovelingen in hooge mate, en eindelijk naar de reden gevraagd, antwoordde de shah gemelijk: ‘Ik weet al zoo lang dat het eene paard harder loopt dan het andere.’
Goedheid is ontzagwekkend.
Milton.