Eene schilderij van A. Van Diepenbeeck te Deurne.
J.B.S. vermeldt in een stuk, geplaatst in nr 104 van het Handelsblad van Antwerpen, dat men in de gemeente Deurne, nabij Antwerpen, tot de ervaring is gekomen, dat eene schilderij van 2m90 hoogte en 1m75 breedte, voorstellende de Boodschap des engels aan de H. Maagd Maria, en welke, als een stuk van luttel waarde, slechts diende voor de versiering van een der rustaltaren onder de opene lucht, wanneer de processie uitging, een zeer verdienstelijk gewrocht van Abraham Van Diepenbeeck is. De schrijver verzekert, dat, met inachtneming van den ouderdom en de wederwaardigheden dezer op doek gemaakte schilderij, zij buitengewoon goed bewaard is gebleven. Nopens den oorsprong van het stuk, verhaalt J.B.S. het volgende. Van Diepenbeeck was in 1637 getrouwd met Catharina Heuvicq, dochter van meester Lucas, griffier der hoofdbank van Deurne, en van Maria Verbeeck. Sedert 1642 bezat de kerk van Deurne een nieuw O.-L.-Vrouwealtaar, door den beeldhouwer Jan Van de Cruys voor 550 gl. gemaakt. Het was voor dit altaar, dat aan Van Diepenbeeck de bestelling van het voornoemde schilderstuk werd gedaan. Blijkens de rekeningen over 1645-1651 van de belasting van 19 1/2 stuivers per ton bier, die de kerkmeesters van Deurne inden ter bestrijding der kosten van den kerkbouw, werd Van Diepenbeecks schilderij hem 500 gl. betaald. Tot in 1839 zou zij boven het O.-L.-Vrouwealtaar hebben geprijkt en er alsdan uit verwijderd zijn geworden, om plaats te maken voor een gedenkteeken der familie Knyff. Na te hebben medegedeeld, dat de zeer eerw. heer deken van Deurne hem heeft beloofd, de schilderij terug in de kerk te zullen laten plaatsen, brengt de heer J.B.S. in herinnering, dat de kerk van Deurne, behalve de puiktafereelen, de Aanbieding in den tempel, door W. Herreyns, en de Graflegging Christi, door Jan Peter Ykens (1701), nog een ander meesterstuk van
Abraham Van Diepenbeeck bezit, namelijk de Wijding van Waltman, den eersten abt van de St.-Michielsabdij, door Sint-Norbertus.
De kroeg is de leerschool der zelfmoord.
Emm. Rosseels.