Koninklijke Vlaamsche academie voor taal- en letterkunde.
Wedstrijden voor het jaar 1887. Vragen:
1. | Oudgermaansche taalkunde. ‘Men vraagt eene verhandeling over de verbinding der volzinnen in het Gothisch. De schrijver zal niet alleen de verschillende wijzen van samenvoeging aanduiden, maar ook het gebruik der tempora en modi in den bijzin onderzoeken en de gevallen aangeven, waarin een bijzin door den infinitief of het participium vervangen wordt.’ |
2. | Middelnederlandsche taalkunde. ‘Men vraagt eene stelselmatige, lijst van al de uitgaven van Middelnederlandsche werken en van de studiën over Middelnederlandsche taal- en letterkunde, verschenen hetzij afzonderlijk, hetzij in uitgaven van geleerde genootschappen, tijdschriften, enz.
De mededinger raadplege, onder andere, de werken van von Goedeke (Karl), Grundries zur Geschichte der deutschen Dichtung aus den Quellen. Dresden, 1862. (Ter boekenverzameling van de Gentsche hoogeschool.)
Hoffmann von Fallersleben. Uebersicht der mittelniederländischen Dichtung (Zweite Ausgabe), Hannover, 1857. (Id.)
Catalogus der bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. (Ibidem.)
Men zal, zooveel mogelijk, de openbare boekenverzamelingen aanduiden, waar de aangehaalde werken te vinden zijn.’ |
3. | Taalzuivering. ‘Eene alphabetische lijst opmaken van onnederlandsche of bastaardwoorden, die bij 't volk of in gedrukte schriften meest gebruikt worden; voegende naast elk zulk woord het evenveel beduidend echt Nederlandsch woord, voor zooveel het nog, 't zij in enkele plaatsen, 't zij overal, in levend gebruik te vinden zij.’ |
4. | Letterkunde. ‘Lofrede op Jan-Frans Willems.’
De schrijver zal de diensten doen uitschijnen, door den hoofdman der Vlaamsche beweging aan de taal, de letterkunde en het volk bewezen. De stijl zal vooral in aanmerking genomen worden. |
5. | Vaderlandsche geschiedenis. ‘Een boek, in den volkstrant, waarin bewezen wordt dat de vrijheden, welke het Belgisch volk genieten mag, niet te danken zijn aan de Fransche republikanen van het einde der vorige eeuw.’ |
6. | Vaderlandsch tooneel. Groot is het belang, dat het Vlaamsch tooneel inboezemt. Echter kan men niet betwisten dat onze schouwburg onder den invloed van vreemde tooneelen gesticht werd. Ernstige maatregelen dienen genomen te worden om op ons vaderlandsch tooneel eenen oorspronkelijken, eigenaardigen stempel te drukken. |
De academie verlangt eene verhandeling over het hedendaagsch Nederlandsch tooneel in België. De schrijver zal, na eene bondige historische inleiding, de maatregelen onderzoeken, sedert 1830 ter heropbeuring van dit tooneel genomen, en de baan trachten aan te duiden, die de schrijvers dienen te volgen om aan hunne gewrochten eene vaderlandsche, degelijke en oorspronkelijke richting te geven.
Voorwaarden: Voor de wedstrijden worden enkel handschriften en niet te voren uitgegeven stukken aanvaard.
De werken moeten leesbaar in het Nederlandsch geschreven en voorzien zijn van eene kenspreuk of teeken, te herhalen op den gesloten omslag van eenen brief, behelzende den naam en de woonplaats van den schrijver. Volkomt deze aan de laatste bepaling niet, dan kan de prijs hem geweigerd worden.
De schrijver van elk bekroond werk zal namens de academie eene belooning van 600 frank, ofwel eenen gedenkpenning van gelijke waarde ontvangen.
De mededingende handschriften moeten bij den bestendigen secretaris (Fr. de Potter, te Gent, Godshuizendreef, 29)