En vooreerst, bezit elk dier het besef van lof of straf, van leed of vreugde?
Ja zeker! En, uitgaande van dit standpunt, is het dan wel doelmatig, straf en loon kwistig uit te strooien? Voorzeker niet! 't Is niet voldoende te zeggen: die hond is mijn eigendom, ik ben zijn baas - dies handel ik naar goedvinden. Neen, omdat gij zijn meester zijt, staat het u niet vrij naar uw oordeel te handelen, want dit oordeel is valsch soms en niet gerechtvaardigd!
Daarbij, hier ook geldt de gulden spreuk: Met azijn vangt men geene vliegen. En ik ben innig overtuigd, dat een wakker woord of een aanmoedigend gestreel gunstiger werkt dan een lompe schop of een tergend geklets.
3. Mishandeling dient gestraft. Ik hoefde erbij te voegen: streng gestraft.
Mishandeling van dieren geschiedt echter op verschillige wijzen.
Vooreerst door lieden, die, onder voorwendsel van bestraffing, hunne dieren meedoogenloos behandelen.
En dan, - doch dit gedrag is laffer nog, - door lieden zonder gevoel, zonder rede, zonder hart, die elk dier, hoe onschadelijk ook, schoppen of slaan moeten. Bij deze laatsten is mishandeling eene tweede natuur geworden.
Doch hierbij kan men nog eene andere klasse van menschen voegen, die, voorwendende sommige rassen te verbeteren, deze pijnen doen onderstaan, waarvan zij, - ik hoop zulks, - de uitgestrektheid niet begrijpen. Zoo, bijvoorbeeld, de hondenliefhebbers.
Het korten van den staart, bij sommige honden, is, voor vele liefhebbers, eene kleinigheid, een knip voor den neus. En echter, zie maar, hoe treurig en loom de aldus verminkte hond wegsluipt. Inderdaad, men ontrooft hem, zonder de minste gegronde reden, van dit lichaamsdeel, waarbij hij ons al zijne vreugde, al zijn leed, al zijne hoop op zoo welsprekend eene wijze doet kennen! Ook voor zulk wanbedrijf moest het gerecht tusschenkomen. Zulke bemoeiing zou edel werk zijn.
***
Wanneer men van nabij de handelwijze gadeslaat van vele volwassenen tegenover de dieren, dan komt men alras tot de slotsom, dat één middel slechts doelmatig werkt op den mensch: het onderwijs.
Hoort slechts, hoe niet onderwezen lieden over de dieren denken en spreken. Voor hen, bestaat er bij het beest noch verstand, noch dienstvaardigheid; slechts slaafsche onderwerping, en, bij gebreke hiervan, meedoogenlooze vernietiging, staat er, volgens hen, den dieren te wachten.
Aan hem dan, die in het onderwijs een rechtmatig deel inruimt ter verspreiding van edele gevoelens tegenover de dieren, hoort de eereplaats!