te begeven zijn aan beeldhouwers, historieschilders en bouwkundigen die van de uitstekendheid hunner bekwaamheid zullen hebben doen blijken door de inzending van een beeld, eene schilderij of een bouwkundig werk voor de aanstaande driejarige tentoonstelling van schoone kunsten te Brussel. Deze beurzen worden voor den tijd van drie jaren verleend, om verkrijgers gelegenheid te verschaffen zich als kunstenaars verder te bekwamen aan de groote inrichtingen in het buitenland. Nadere inlichtingen zijn vervat in de koninklijke besluiten van 12 November 1878 en 17 Januari 1881, waarvan exemplaren op aanvraag verkrijgbaar zijn bij den secretaris der commissie, te Brussel. Belgische kunstenaars van beneden 25 jaren, die voor het begeven der voornoemde beurzen in aanmerking wenschen te komen, moeten hunne aanvraag indienen aan de commissie der studiebeurzen, in het provinciehuis, Eikenstraat, te Brussel, in de eerste 14 dagen na het openen der Brusselsche tentoonstelling van 1887. Bij de aanvraag te voegen: 1. hunne geboorteakte, 2. een bewijs van goed gedrag, 3. de verbintenis, omschreven onder nr 1 en 2 van art. 5 van voormeld koninklijk besluit van 17 Januari 1881.
- De Belgische maatschappij van ingenieurs en nijveraars zal op 9 Januari 1887 in de lokalen der Beurs, te Brussel, eene internationale tentoonstelling voor telefonie openen, die tevens een wetenschappelijk en practisch karakter zal hebben. Het doel van die tentoonstelling is, alle toestellen en inrchtingen, waardoor de menschelijke stem op een afstand overgebracht kan worden, te vereenigen.
- De heer Am. De Vos, van Gent, die zich in de Nederlandsche letterkunde naam heeft gemaakt onder den pseudoniem Wazenaar, bestrijdt in een zeer scherp gesteld vlugschrift van 31 bladzijden de uitspraak der jury van den laatsten vijfjaarlijkschen prijskamp van Nederlandsche letterkunde. De verhandeling van den heer De Vos, verschenen bij D. Van Doorslaer-Verbeken, Paleizenstraat nr 102, voert den volgenden titel: Wazenaar over het verslag der jury voor den vijfjaarlijkschen prijskamp voor Nederlandsche letterkunde.
Gent. Den 15n September is de kunstschilder C. Montald, primus van Rome (zie blz. 146), plechtig onthaald in zijne geboortestad. Een stoet, gevormd door een 100-tal maatschappijen, geleidde hem naar het stadhuis, onder het spelen van muziek, terwijl tevens de groote klok werd geluid en de beiaard zich liet hooren. In het stadhuis werd de 23-jarige veelbelovende schilder door het gemeentebestuur geluk gewenscht met de hem te beurt gevallen onderscheiding. Des avonds ging een fakkeltocht uit en waren vele straten verlicht, het alles ter eere van den primus. Ter gelegenheid van de bekrachtigende beslissing, die den 18n September door de jury van den prijskamp werd genomen (zie hooger, onder Antwerpen), waren de gevels van een groot getal huizen in onderscheidene kwartieren van de stad Gent, gedurende den avond van 20 September opnieuw feestelijk verlicht.
Brugge. Ter drukkerij van Verbeke-Loys is een boekje van 48 blz. verschenen, onder den volgenden titel: Aan den weledelen en achtbaren heer Visart, burgmeester der stad Brugge. Antwoord op den ‘Open brief’ van mr. Odilon Périer, advocaat, door dr. Eugeen Van Steenkiste. De schrijver, die lid is van den gemeenteraad van Brugge, levert in het boekje een betoog over de waarde van drie onderscheidene vertalingen, waarvan eene door hem zelve bewerkt, naar den Franschen tekst, van de verordening betreffende het slachthuis te Brugge.
Namen. Verschenen, bij de wed. F -J. Douxfils: La dévotion à Marie, zijnde de vertaling van een herderlijk schrijven van mgr. H.E. Bracq, bisschop van Gent, aan de kloosterzusters van zijn bisdom, door I.V.S.