De Vlaamsche School. Jaargang 32

Stad Brugge.

Inhuldiging der standbeelden van Breidel en de Coninc.

Letterkundige wedstrijd. De stedelijke commissie der Breidel en de Coninc feesten, noodigt de Vlaamsche dichters van België, tot een algemeenen prijskamp, voor het opstellen van een zanggedicht ter eere der Brugsche helden van 1302.

Bepalingen: 1. Het gedicht moet oorspronkelijk en onuitgegeven zijn, en geschikt om, tijdens de plechtige onthulling der standbeelden, gezongen te worden op de Grootemarkt te Brugge, met begeleiding van orkest.

2. Het zanggedicht mag weinig meer dan honderd versregelen tellen.

3. De mededingers mogen zich op geene wijze bekend maken. Ieder ingezonden stuk moet eene kenspreuk dragen, welke herhaald zij op een gesloten omslag, den naam des schrijvers en dien zijner woonplaats bevattende.

4. De handschriften zullen vóór 15 October 1886, aan den heer burgemeester der stad Brugge, vrachtvrij toegestuurd worden.

5. Een verguld zilveren eeremetaal en eene som van 250 fr., zullen aan den schrijver van het bekroonde gedicht geschonken worden.

6. De stedelijke feestcommissie zal vijf kunstrechters benoemen.

7. Men mag de niet bekroonde werken, binnen 30 dagen na de uitspraak der jury, terugvragen. Na dit tijdverloop, zullen de overblijvende omslagen vernietigd worden.

8. De plechtige bekroning van den prijswinnenden dichter zal tijdens de Breidel en de Coninc feesten plaats hebben.

De voorzitter der stedelijke feestcommissie,

A. Visart, burgemeester.

De schrijver,

E. Gilleman.

De voorzitter der afdeeling van het zanggedicht,

N. de Pauw,

lid der koninklijke Vlaamsche academie.