Suiker als beestenvoeder.
Al sedert eenige jaren is het voor de suikerfabrikanten een zeer slappe tijd. Geheel Europa door, zijn de markten met suiker overladen, iets wat voor gevolg heeft, dat de sterk gedaalde prijzen de waarde van goed en arbeid schier niet meer loonen. De omstandigheid dat de suiker zoo goedkoop is, heeft eenige belanghebbenden in Engeland en Duitschland op het denkbeeld gebracht, om eene proef te nemen met het gebruiken van suiker voor de vetmesting van vee. Van sommige dezer proefnemingen is onlangs de uitslag bekend gemaakt. Bij schapen en kalveren is de proef mislukt. Men was op de volgende wijze te werk gegaan. Aan schapen gaf men bij hun gewoon voeder, eerst een half pond en daarna drie vierendeelen suiker. Aanvankelijk wilden de beesten geen suiker eten; later deden zij dit wel, maar toch niet gulzig of graag. De met suiker gevoederde schapen wonnen per week slechts 31/100 pond in gewicht meer, dan die welke geen suiker kregen. De kalveren, ofschoon men begonnen was met hun slechts 100 tot 200 grammen suiker daags te geven, werden er ziek van, zoodat men heeft moeten ophouden hun nog langer met suiker te voederen. Met de varkens, daarentegen, ging het geheel anders. Zij betoonden zich zeer verlekkerd op suiker en zij die er mede gevoederd werden, namen veel meer toe in gewicht, dan zij die geene suiker kregen. Varkens, die op drie maanden ieder 54 pond suiker genuttigd hadden, waren 39 pond zwaarder geworden in die tijdruimte, wat eene waarde vertegenwoordigt van omtrent 24 ½ frank. De landbouwkundige die deze proeven in Duitschland nam, is dr. Maercker. De aan varkens gevoederde suiker wordt ondermengd met linzen, boonen, koeken of luzern. In Engeland werd eene dergelijke proef genomen door den heer J.B. Lawes. Zij liep mede gunstig. Hij oordeelt, dat men tot het vetmesten van varkens voordeeliger suiker kan gebruiken dan graan of rijst, wanneer het graan meer dan 115 fr. en de rijst meer dan 90 fr. per ton kosten.