Mev. O'Connell. 1817 + 1885.
Deze befaamde schilderes, geboren Frederika Augusta Miethe, is den 22en October 1885 overleden, in het godshuis Ville-Evrard, te Parijs, waar zij voor rekening van het Parijzer dagblad Le Figaro werd verpleegd. Zij was zinneloos sedert een twaalftal jaren. In Duitschland omtrent 1817 geboren (volgens sommigen te Potsdam of Berlijn, volgens anderen te Wasseloune), kwam zij, op jeugdigen leeftijd, naar Brussel, en legde zich daar op de schilderkunst toe, waarvoor zij een meer dan gewonen aanleg bezat. Zij woonde te Brussel, boulevard Botanique nr 14. Zij schilderde in den trant van Rubens, op hoogst merkwaardige wijze, en genoot een ongemeenen bijval op de driejarige tentoonstellingen van Brussel en Antwerpen, waar zij de volgende werken inzond:
1845. De moord van den zoon van Margaretha van Anjou; twee portretten in olie- en waterverfschildering; O.-L.-Vrouw met het kindje Jezus, in waterverf.
1846. Zeven in olie- en waterverf geschilderde portretten en een geteekend portret.
1848. Maria-Hendrika en hare kinderen voor het portret van Karel I; De aanhouding van Charlotte Corday; eene Venetiaansche danseres; een half dozijn portretten, in olie- en waterverfschildering en geteekend.
1849. De liefdadigheid; De aanhouding van Charlotte Corday; eene Vrouwestudie naar de natuur; een vrouwsportret; Een ridder met rooden mantel; eene Vrouw in waterverfschildering.
1851. De afbeeldingen van Peter den Groote en Catharina II; eene Slapende nimf; Psyche Liefde's verlies beweenende (destijds het eigendom van nu wijlen G. Coûteaux, te Brussel); Maria van Medicis luisterend naar de voorspellingen van Leonora Galigai, hare vertrouwde; de schilderes haar eigen portret; twee portretten in waterverfschildering; eene lijst met 4 etsen. (In 1852 prijkte haar portret benevens die van Peter den Groote en Catharina II op de Parijsche tentoonstelling.)
1854. Erigone; de kop van een Spaansch meisje; eene Vrouwestudie en het portret van den heer Arsène Houssaye.
1855. Eene veldgodin; het portret der schilderes en een mans- en vrouweportret.
In 1858 werd hare zeer naakte Cleopatra, die op de Parijsche tentoonstelling was geweigerd, afzonderlijk zichtbaar gesteld in de Laffittestraat, te Parijs; de kijklustige Parijzenaars niet alleen, maar honderde vreemdelingen, die zich de moeite en kosten niet ontzagen, togen er heen, om hunne nieuwsgierigheid (of hun kunstsmaak) aan de afgewezene schilderij te komen bevredigen.
Tusschen de bijzonderste werken door mev. O'Connell te Parijs uitgevoerd, noemt men de portretten van den hertog van Morny, mej. Rachel, mgr. Sibour, dokter Cabanis, mev. de la Fiselière, haar eigen portret in de kleeding van het tijdvak van Lodewijk XIII enz.
Zij heeft uitmuntende etsen gemaakt, die vrij zeldzaam geworden zijn en waarvoor dan ook veel geld wordt besteed. Slechts enkele liefhebbers bezitten de volledige verzameling van mev. O'Connells etsen.