Zonnevlekken.
Van sterrekundige zijde wordt de aandacht gevestigd op ongemeen groote vlekken, die, sedert kort, aan de oppervlakte der zon worden waargenomen, en die men, vooral ter rechterzijde van de zonneschijf, bij middel van een zwart gemaakt glas, met het bloot oog heeft kunnen zien. De grootste vlek wordt gezegd eene breedte van ruim 6000 aardrijkskundige mijlen bij eene lengte van 20,000 mijlen te hebben, zoodat zij meer plaats beslaat dan er noodig ware om 50 aardbollen naast elkander te kunnen zetten.