Sterfgevallen.
B. DRIEGHE, gewezen substituut van den procureur des konings te Brussel, voor eenige jaren rechter benoemd te Siouth, in Egypte, is den 16n April te Caïro overleden. Hij was geboren te Gent en deed zijne studiën aan de hoogeschool dier stad; hij behoorde tot de voorstanders der Vlaamsche zaak. Hij heeft in zijne jeugd eenige Vlaamsche gedichten geschreven.
Maria Dremillette, die, onder den naam van Marie Cabel, zich als zangeres eene Europeesche vermaardheid won, is te Parijs, volgens een bericht van 24 Mei, overleden. Zij was te Luik in 1827 geboren. Haar vader, een gewezen ruiterij-officier van het Fransche leger, was een begaafd muzikant. De leermeester, die haar in de zangkunst opleidde en bekwaamde, was de befaamde Georges Cabu, die de echtgenoot zijner leerlinge werd.
Karel Rogier, de op 27 Mei ten 2 ure 20 minuten in zijne woning Galileistraat, te St.-Joost-ten-Noode, overleden staatsman, die een der grondleggers van het tegenwoordige België was en zich door groote bekwaamheid en werkzaamheid onderscheidde in de hooge waardigheden, die hij gedurende zijne lange loopbaan in 's lands dienst bekleedde, werd in het jaar 1800 te St.-Quentin (Frankrijk) geboren. Hij deed zijne studiën te Luik. Van toen hij nauwelijks het doctoraat in de rechten had verworven, trad hij als staatkundig schrijver op. Hij hanteerde de pen met groote vaardigheid. In 1827 liet hij te Brussel in twee deelen een werk verschijnen, getiteld: Mémoires de Don Juan Van Halen, écrits sous les yeux de l'auteur. Hij gaf ook een tweevoudige Manuel électoral uit en schreef een aantal verzenstukken. Gedurende zijne lange staatsmansloopbaan, betoonde de overledene zich als het ware onafgebroken een stelselmatig vijand van de Vlaamsche zaak. Voor de kunst en hare beoefenaars heeft hij zich verdienstelijk gemaakt. Hij stichtte in 1849 het Volksmuseum en men dankt hem de met platen versierde uitgaven der Belgische grondwet, geteekend door Victor Lagye, op hout gesneden door de heeren A. Pannemaker, Ed. Vermorcken en anderen, in 1852. De Vlaemsche School heeft in 1861, blz. 133, Rogiers portret gegeven, in zijne hoedanigheid als eerevoorzitter van het toenmalig kunstcongres, waaraan onder andere werd deelgenomen door de heeren J. Alberdingk Thijm, H. Conscience, J.A. de Laet enz. Karel Rogier is na een plechtigen lijkdienst 's middags in de Ste.-Gudulakerk te Brussel (waarvan het land de kosten op zich nam), te St-Joost-ten-Noode den 1n Juni begraven. Er gaat voor den overledene een standbeeld worden opgericht in de hoofdstad.