De Vlaamsche School. Jaargang 31

Onze-Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen.

In 1883, blz. 13, gaven wij eene korte maar nauwkeurige aanteekening over de oprichting van den toren en zijne bouwmeesters, en, in 1884, blz. 85, een bericht over het bouwkundig ontwerp ter vergrooting der kerk waarvoor keizer Karel V den eersten steen legde. De werken van herstel werden aan de kerk en den kleinen toren steeds voortgezet en vorderen goed, maar de vrijmaking van den schoonen tempel, door de afbraak van de daartegen aangebouwde huizen, houdt hiermede geen gelijken tred.

Zooals de hier opgenomen houtsnede van wijlen A. Alpaerts⁽¹⁾ aanwijst, is de voorzijde, op de Handschoenmarkt, geheel vrij, ter uitzondering van het ondergedeelte van den kleinen toren, hetwelk, gelijk op de gravuur is te zien, door een breed winkelhuis aan het gezicht wordt onttrokken. Wij kunnen echter melden, dat het Antwerpsch gemeentebestuur dit huis heeft aangekocht en, naar wij vernemen, het inzicht heeft, het reeds binnen eenige maanden te doen verdwijnen. Wellicht zal het reeds afgebroken zijn, vóór het einde van het loopende jaar. De slooping van dit gebouw zal merkelijk bijdragen, om de schoonheid van de kerkzijde Schoenmarktwaarts te bevorderen.

De zuidzijde van de kerk, over geheel de lengte van de Blauwmoezelstraat, bevindt zich al sedert eenige jaren geheel ontdaan van den baksteenen gordel, die, in de gedaante van eene rij leelijke kleine huizen, haar gedeeltelijk onzichtbaar maakte en geheel ontsierde. In laatstgenoemde straat, naast de kerkdeur welke zich over de Turfbrug bevindt, is sedert 7 of 8 jaren eene nieuwe sacristij gebouwd, ter vervanging van de alstoen afgebrokene sacristij der kapel van Onze-Lieve-Vrouw. De afgebrokene sacristij dagteekende omtrent van denzelfden tijd als de bouw der kerk. De nieuwe sacristij, voor dewelke het bouwplan werd geleverd door den heer Eug. Gife, onder wiens leiding ook de werken werden uitgevoerd, is, wat betreft den trant en de hoogte, nagenoeg geheel gelijk aan de oude.

Op de Handschoen- en Melkmarkt, in de St.-Pietersstraat, op het Groenkerkhof en in de Rioolstraat blijven de tegen de kerk aangebouwde huizen nog weg te doen. Het is ons een genoegen te mogen aanstippen, dat het Antwerpsch gemeentebestuur en de kerkeraad deze aangelegenheid niet uit het oog verliezen, maar integendeel vereenigd werkzaam zijn, om haar eene gewenschte oplossing te bereiden, in den kortst mogelijken tijd. Een aantal van de tot afbraak veroordeelde huizen hooren reeds toe aan het gemeentebestuur of de kerk, die, naar gelang er zich gunstige gelegenheden opdoen, met het koopen van huizen voortgaan. Dezer dagen nog, deed de stad Antwerpen, met dit doel, den aankoop van het huis

(1) Zie onzen jaargang 1883, blz. 140.

[p. 41]

n^r 11 in de Rioolstraat, voor de som van 45,500 frank.

Volledigheidshalve, nemen wij, naast het buitengezicht, ook een binnengezicht van Onze-Lieve-Vrouwekerk, geteekend door Jos. Linnig en gesneden door J. Hemeleer, in dit artikel op.

Wij deelen tevens mede, dat er plan bestaat, de marmeren afsluiting van Onze-Lieve-Vrouwekapel te vervangen door

Binnengezicht van O.L.-Vrouwekerk.
Teekening van J. Linnig, houtsnede van wijlen J. Hemeleer.

een ijzeren hek, in den bouwtrant van de kerk bewerkt. Te dezer gelegenheid brengen wij in herinnering, dat, in de xv^e eeuw, de kapellen der Antwerpsche hoofdkerk eikenhouten afsluitingen met koperen of latoenen pilaren hadden. Zie desaangaande de bijdrage tot de geschiedenis der voornoemde kerk, in onzen jaargang 1883, blz. 14. Nopens Onze-Lieve-Vrouwekapel vinde hier nog plaats het bericht, dat zij een 5^e nieuw door de heeren Janssens en Stalins geschilderd glasraam gaat krijgen, geschonken door mev. de weduwe J.C. Wagemans en voorstellende de Wijding van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, naar de teekening van den kunstschilder P. Van der Ouderaa, dat op de Antwerpsche wereldtentoonstelling zal zijn te zien.