De Vlaamsche School. Jaargang 31
(1885)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
Bezoeken in den dierentuin van Antwerpen,
| |
De koeien.Ik zag wel eens koeien, die statig en fier van de jaarmarkt terugkeerden, die eene medalie rond den hals droegen en met bloemen bekroond waren. Elk zag ze met verwondering aan en ik hoorde het volk met een zekeren eerbied zeggen: ‘Het zijn prijsbeesten.’ Welnu, hetzelfde mag van deze negen koeien bevestigd worden en geene van hen zou moeten vreezen met welk prijsbeest dan ook in vergelijking te komen; negen allerschoonste, bonte koeien, die er trotsch op zijn hare namen aan het publiek te doen kennen. Inderdaad, wij lezen boven hare koppen: Sarah, Cora, Nana, Flora, Lily, Miss, Reine, Betzy en Jenny. Al deze koeien schitteren van zuiverheid, geen plekske vuil is er aan te bespeuren; ook zijn zij het voorwerp der stiptste en aanhoudendste zorgen. Geen wonder dan ook, dat Sarah en al hare gezellinnen van wellust om en weer trappelen, dat zij met den kop schudden en met de horens tegen de ijzeren staven van haren stal wrijven, totdat wij de echtgenooten Aernouts in het oog hebben, die haar oppassen met eene nauwgezetheid, welke den uitbundigsten lof verdient. Daar zijn zij zichtbaar tevreden en schijnen ons te zeggen: ‘Wat gij aan ons bewondert is hun werk, aan hen zijn wij alles verschuldigd.’ Wij zullen zien dat het waarlijk zóó is. De stal van deze negen voorbeeldige koeien is zoo wat vijftig vierkante meters groot. Ik schat zijne lengte op tien en zijne diepte op vijf meters. Licht en lucht dringen langs een wijd dakvenster in den stal. De koeien staan op eene rij nevens elkander, met den kop tusschen twee ijzeren staven. Rond den hals dragen zij een zinken band, die langs den binnenkant afgerond is, opdat zij er zich niet zouden aan bezeeren. Twee kettingskens van een drietal schakels hechten den halsband aan de staven vast, zoodanig nochtans, dat de laatste schakel op en af kan schuiven, volgens dat de koeien met den kop bewegingen naar omhoog of naar omlaag maken. Nevens elke koe blijven twee staven ledig, opdat de oppassers des te beter tusschen de dieren zouden kunnen gaan, om haar de noodige zorgen toe te dienen. Vóór die lange rij ijzeren staven, ligt een arduinen bak in den grond, en eenen meter verder, scheidt eene blinkende koperen balustrade met bronzen pilaarkens den stal van het eigenlijke apenpaleis. Men moet getuige zijn van de zorgen, welke de echtelingen Aernouts aan deze koeien besteden, om er zich eene gedachte te kunnen van maken. Altijd ligt het stroo dik en zuiver, nooit gelijkt het hier op die verwaarloosde stallen, waar de arme dieren nat staan en om zoo te spreken van mest doorweekt zijn. Aernouts en zijne goede echtgenoote Mie schijnen ook slechts voor deze koeien te leven. Zoodanig gewetensvol, met zulke belanstelling en zulken iever volbrengen zij hunnen plicht, dat zij niet eens bemerken hoe het publiek hen gadeslaat en hunne zorgen prijst. Een lange, smalle gang stelt den koestal in gemeenschap met eene boerenkeuken, waar een groot fornuis, vaten, kuipen, emmers, enz., tot het bereiden van het voeder der koeien gebruikt worden Die keuken is voor het publiek gesloten. Er is eene bijzondere toelating van den bestuurder noodig om er in te mogen gaan. Ik heb die toelating eens bekomen. Nooit vergeet ik de welwillendheid, waarmede Mie mij volmondig den uitleg gaf, van al wat in die keuken mijne verwondering opwekte. Het koperen gerief blinkt er als goud; het staal schittert er als zilver; de houten emmers en de vaten zijn zoodanig wit geschuurd en afgewasschen als waren ze splinternieuw. De oppassing van negen koeien vereischt zeker veel werk; | |
[pagina 38]
| |
dit belet nochtans niet dat Mie den vloer van haren gang en hare keuken zorgvuldig zuiver houdt, zoodat men hier waarlijk van den grond zou eten! Uit deze zindelijke keuken, brengen Mie en haar echtgenoot het voeder der koeien in den stal. De arduinen bak wordt vol gegoten en nu staan Sarah, Cora, Nana, Flora, Lily, Miss, Betzy, tot aan Jenny toe, te smullen, dat gij er het water in den mond zoudt van krijgen. En Mie houdt een waakzaam oog op alles; naarmate de bak leeg geraakt, vult zij denzelve weer met het malsch gekookte voedsel. Het gebeurt wel eens, dat de twistzieke Nana of de wispelturige Miss den kop te ver uitsteken en met hare gezellinen ruzie zoeken; ja! maar dan is eene vermaning van Mie voldoende om de ruststoorders tot de rede te roepen. Als het gekookt eten smakelijk is binnengesmuld, dan werpt Mie den koeien nog een greep gesneden wortelen of rapen of een handvol jeugdig gras toe, streelt hen vluchtig in den hals of op de knabbe, spreekt ze met eenige vriendelijke woorden aan, terwijl haar echtgenoot alweer versch stroo in den stal aanbrengt. Dat zulke behandeling en verzorging schoone voorbeeldige koeien vormt, en dat deze dieren dan ook dubbel teruggeven, wat voor haar wordt gedaan, hoeft nauwelijks gezegd te worden. Wilt gij er het bewijs van? Tegen de pilaren, die vóór den koestal staan, hangen twee kleine schilderijen met vergulde lijsten en gij zoudt een boe.... boe.... oe... hooren, moesten wij ons verwijderen, zonder er een aandachtigen oogslag op te werpen. Het zijn twee getuigschriften, twee diplomas welke de wetenschap aan de koeien van den dierentuin heeft toegekend. Wij lezen: ‘Ik heb de melk voortkomende van de koeien uit den dierentuin aan een scheikundig onderzoek onderworpen en besluit dat die melk, zuiver en niet afgeroomd, van extra-hoedanigheid is.’ Die belangrijke diplomas zijn onderteekend door: ‘C. Angenot, doctor in de wetenschappen, leeraar van scheikunde bij het hooger handelsgesticht.’ Dat Sarah en hare vriendinnen over die onderscheiding te recht trotsch zijn en dat Aernouts en Mie die vergulde lijstjes niet zouden laten wegnemen, moet hier voorzeker niet worden bijgevoegd. Willen wij de melk van deze koeien ook eens aan een onderzoek onderwerpen? Komt! wij gaan ze proëven. Wij verlaten het apenpaleis en den voorbeeldigen koestal langs de uitgangsdeur en slaan rechtsaf den hoek in. Nieuwe verrassing! nieuwe pracht! Hier krijgen wij eene opene plaats met cementen vloer, een melkhuis, waar; evenals in de keuken van Mie, alles van reinheid schittert, en eene sierlijke zaal met biezen stoelen en marmeren tafels te zien. Op een plakbrief lezen wij: Melk te bekomen van 6 tot 8 ure 's morgens, van 11 tot 12 ure 's namiddags, van 5 tot 6 ure 's avonds. De kaartjes voor die melk worden aan den ingang van den dierentuin bij den portier afgeleverd. Prijs: de liter 0.40 fr. het glas 0.20 fr. In die zaal houden meestal de bezoekers stil. Bijna allen zijn van de noodige kaartjes voorzien. Daar rusten zij uit en verkwikken zij zich door een glas van die smakelijke, dikke, voedzame onvervalschte melk. En met welke beleefdheid, met wat vriendschap wordt u die extra-melk door Soise toegediend. Soise is een type van rechtschapenheid tevredenheid, eenvoud, geluk en welgemoedheid staan op haar helder, blozend gelaat te lezen. Ieder woord, dat zij tot de talrijke bezoekers richt, is een woord van belangstelling en dienstwilligheid. Soise zorgt voor haar volk, gelijk Mie voor haar vee en wij weten nu bij ondervinding, door ons onderzoek, dat het vee welvarend en de melk uitmuntend is. Vaarwel, brave, gedienstige menschen, wij moeten verder hebt dank en - tot wederziens!..... Hendrik Gobbers. |