Kleinooden.
Vergeef het hem niet, den man die u meer dan eens slechten wijn te drinken geeft, want het is erger dan eene beleediging. Breek die kennis onmiddellijk af, indien het leven voor u eenige waarde bezit.
Bemerkt gij bij eene vrouw een half dozijn gebreken, dan moogt ge verzekerd zijn dat zij honderd goede gaven bezit om er tegen op te wegen. Ik acht ze die gebreken hebben, en vrees de gebreklooze vrouwen. Nadert gij eene, die men zegt eene vrouw zonder gebreken te zijn, schrik voor haar als voor eene schoon gekleurde slang. De macht zelf die ze bezit om de gebreken te verbergen welke zij noodzakelijk moet hebben, is reeds eene ernstige ondeugd.
Ik heb nooit een echt achtbaar man een enkelen vinger weten aanbieden; dit is immers een zeker bewijs van een ongevoelig hart; en hij die ongevoelig is, is onbetwistbaar onwaardig, hoewel hij anders hinderloos kunne wezen.
Breek de kennis af met eene vrouw die hare brieven onderteekent met de woorden: ‘Uwe gehoorzame.’
In de tegenwoordigheid van kinderen, handel immer met de uiterste omzichtigheid. Ze letten op alles wat ge doet, en meestal zijn ze wijzer dan ge u wel inbeelden zoudt.
De verstandige mannen zijn ook de gedoogzaamste. Een dwaas heeft te goede gedachten van zijn eigen duurbaar ik, en te slechte van de vrouwen, om gemakkelijk bestuurd te worden.
De genegenheid eener vrouw is het wonderbaarste ding der gansche wereld; zij wordt nooit vermoeid, - verzwakt niet, - vreest niets, - verkoelt nimmer. Zij is de naphta gelijk, die niets kan dooven, dan alleen de vertrappende voet des doods.
Gent.
D.B.