Japansche rijtuigen.
Om de reizigers te vervoeren, bedient men zich in Japan van lichte rijtuigen, jinrihisha of couronna genaamd. Deze rijtuigen, niet ongelijk aan kleine vigilanten, zijn voorzien van twee disselboomen, met een dwarsboom aan den voorkant; ze worden meest altijd door menschen voortgetrokken. Zoodra de reiziger plaats heeft genomen in het rijtuig, springt de looper tusschen de disselboomen, op welker uiteinde hij de handen legt, om het evenwicht te houden, en schiet met gebogen hoofd vooruit. 's Nachts heeft hij eene papieren lantaarn met een licht nevens zich hangen. De man loopt meest altijd alleen. Indien de reiziger wat al te zwaar of de reis langdurig is, wordt het span verdubbeld. Een man blijft op de bovenbedoelde plaats, terwijl een tweede van voren aan een touw trekt of het rijtuig van achteren voortduwt. Deze mannen loopen even snel als een gewoon paard en zijn voldoende om reizen te doen van 40 tot 60 kilometers (8 tot 12 uren ver). Het aantal dergelijke loopers in Japan is zeer groot. Tokio, eene stad van 1,037,000 zielen, telt alleen meer dan 30,000 van de bedoelde loopers.