De Vlaamsche School. Jaargang 30
(1884)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOudheidkundig museum te Gent.De stad Gent, zoo rijk aan oude herinneringen en middeleeuwsche gebouwen, is eindelijk in bezit gekomen van een museum van oudheden. Het heeft tot lokaal de voormalige kapel der O.-Lieve-Vrouwebroeders of geschoeide Carmelieten in de lange-Steenstraat. Deze kapel, een belangwekkend gebouw, werd in 1881 door het stedelijk bestuur van Gent aangekocht voor 60,000 frankGa naar voetnoot(1). De herstellingen, die men het gebouw heeft doen ondergaan, laten echter veel te wenschen. Sinds jaren reeds was het denkbeeld ontstaan te Gent een oudheidkundig museum te stichten. Een aantal voorwerpen uit den ouden tijd, toebehoorende aan het stedelijk bestuur, werden voorloopig bewaard op het stadhuis en in de hoogeschool. De plechtige opening had den 1n November plaats, onder voorzitting van den heer D. Dauge, schepen der stad Gent, en van den heer Verhaeghe de Naeyer, gouverneur der provincie Oost-Vlaanderen. Voor het tot stand brengen van het museum heeft zich inzonderheid de heer F. Vanderhaeghen, bibliothecaris der stad Gent, verdienstelijk gemaakt, naar het voorbeeld der dagbladpers, die gedurende het vierde eener eeuw er op aandrong. Tot bewaarder werd de heer Herman Van Duyse behoemd. De uitstallingen zijn goed gedaan en de verzameling is reeds zeer merkwaardig. Naar het voorbeeld van wat in Engeland en in Holland geschiedt, worden voor het museum | |
[pagina 184]
| |
ook voorwerpen in bruikleen aangenomen. Tusschen de merkwaardigste stukken, die ons, bij een eerste bezoek aan het museum, in hetoog zijn gevallen, vermelden wij: in de middelkas, de prachtige en kostbare medailles der stadsboden, vervaardigd door Cornelius De Bont, uit den jare 1480; den gouden met glazuur versierden halskraag der St.-Antoniusgilde; den standaard der Gentsche opstandelingen uit den tijd van keizer Karel V; twee uitmuntende koperen grafplaten der xive eeuw, afkomstig uit het godshuis Wenemaer te Gent, voor dewelke eenige jaren geleden 75,000 frank werd aangeboden; een aantal koperen voorwerpen van denzelfden aard zijn aan het gemeentebestuur afgestaan door het bestuur der burgerlijke godshuizen van Gent. Wij mogen aan de volgende voorwerpen des museums eene bijzondere vermelding niet onthouden: 10 dunne koperen platen, bevattende de merkteekens en stempels der goudsmeden van Gent; de schilden van het baarkleed van de nering der schoenmakers; negen geborduurde kostumen uit den tijd van Lodewijk XV; een schoorsteenmantel, waarop in verheven beeldwerk het kostuum der weesjongens van Gent in de xviie eeuw is voorgesteld; eenige beschadigde gildevaandels. De leden en de eed der hoofdgil le van de Busschieters hebben beslist, dat de volgende haar toebehoorende voorwerpen in het museum zullen worden geplaatst: 2 koperen kanonnen, op affuit en wielen, beslagen met latoen, voerende het jaartal 1671; een kleine bomketel, van het begin der xviie eeuw; een bronzen kanon uit de xviiie eeuw, met affuit en toebehooren; een aan de hoofdgilde in 1822 door prins Frederik der Nederlanden geschonken kanon; twee vaandels, waarvan een hoogst kostbaar in groen damast met zilver geborduurd; de halsband van den hoofddeken, in louter goud, bestaande uit 13 schakels, fraai versierd met brandschilderingen; de vogel of papegaai, die van den halsband deel maakt, dagteekent van 1651 en voert het wapen der familie Volckaert, van Gent (deze halsband is van onschatbare waarde); de commando-staf van den baljuw, in gedreven en geperst zilver; eene groote schilderij van Dirk Hals, verbeeldende eene Vogelschieting op de Pleizante test, te Gent; twee schilderijen van Ph -L. Spruyt, verbeeldende eene Schieting met kanonnen en bomketels, buiten de Kortrijkschepoort, te Gent; de versierselen van het lidmaatschap van den eed en verscheidene eeremetalen. De hoofdgilde der Busschieters heeft zich inderdaad verdienstelijk gemaakt en een hoogst loffelijk voorbeeld gegeven, door al de voornoemde schatten aan het Gentsche museum af te staan en op deze wijze hun behoud te verzekeren. De groote beuk en het koor van de tot lokaal dienende voormalige kapel zijn afgedeeld door glazen kassen vol eigenaardige kleedingstukken en stoffen uit verschillende tijdvakken en behangen met goed bewaarde Brusselsche tapijten, grootendeels afkomstig van de kastelanijzaal van den Ouden Burcht met de wapenschilden van den raad van Vlaanderen. De verzameling toortsen van aloude gilden en ambachten is buitengewoon belangrijk. De smederij en het ijzerwerk, zooals sleutels, brandkassen enz. zijn merkwaardig. Aan potten, kruiken stoopen en ander aarde- en gleiswerk bezit men de kern van verzamelingen die reeds zeer zienswaardig mogen genoemd worden. |
|