erfgenamen van den jongen Russing van Elsma, rondom dezes sterfbed, reeds bij voorbaat zijne rijke nalatenschap zien verdeelen. Dit stuk je is ietwat eentonig; de laatste tien regels zijn koud realistisch. - Ontwaakt, een schetsje van twee minnende harten, eerzschoon om den ongekunstelden eenvoud, die er overheen ligt gespreid. - Kampioenen, in den strijd des levens; een zeer boeiend verhaal, met flink geteekende karakters. Dat van Onno Van Wolvenzathe, onder andere, dwingt belangstelling af, ofschoon hij het doel van zijn streven niet bereiken mag, enop eene uiterst ongelukkige wijze aan zijn einde komt. - Wanda, de roos van Odessa, is eene kernachtige episode uit de tot God om wraak roepende jodenvervolgingen in Rusland, in al hare gruwelen en ijselijkheden verhaald; maar ingrijpend van waarheid, met vuur geschreven en dat mej. Thijm tot eere strekt. Hare heldin, Wanda, zij het dan ook eene jodin, zal om haar echt christelijk en manhaftig gedrag, bij elken lezer bewondering opwekken.
Vergeten heeft ons minder bevallen. De houding der twee hoofdfiguren, Frederik van Bergen en freule van Varenbeek, schijnt ons gedwongen en onnatuurlijk. Welhoe, Frederik, eene jonge zeeofficier, in dienst van Nederlandsch Oost-Indië, bemint de freule; en toch verlaat hij haar, om ginds, in het verre Oosten, met eene onbemiddelde weeze te gaan trouwen, die hem gansch onverschillig blijkt te zijn, en, wat nog veel erger is, haar hart, met zijn medeweten, aan eenen anderen heeft weggeschonken! Eenige jaren nadien weduwenaar geworden, keert hij naar het vaderland terug en ontmoet er zijne eerste geliefde, voor welke zijn hart nog altoos klopt. Niets ware eenvoudiger geweest dan haar te huwen, te meer dewijl zij duidelijk liet verstaan, dat zij hem niet ongenegen was. Zij gaf hem als het ware ‘de pap in den mond;’ en toch begreep hij haar niet, voor dat ze met een ander was getrouwd en van liefdeverdriet ten grave daalde. Dit alles is gemoedelijk verteld; de mindere bijzonderheden van het verbaal zijn zelfs zeer lief gekleurd; maar, zooals wij zeiden, de toestanden der hoofdpersonages zijn valsch: de Nederlandsche jonge zeeofficiers zijn op verre na zoo dom, zoo onverstandigniet als ze ons hier worden voorgesteld.
Summa summarum, het laatste verhaaltje van het bundeltje is niet het beste. Verre boven dit verkiezen wij Zelfverloochening, Kampioenen en Wanda; dat zijn echte pareltjes, welke altoos schoon zullen blijven. - Nog iets dat wij in het boekje afkeuren, is dat de beide schrijfsters het gebruik der lange f voor de s aanwenden; dit is toch zeker als geene taalverbetering te beschouwen? Ten onzent heeft dr. J.W. Wolf dit reeds vóór veertig jaren, in het tijdschrift de Broederhand, zonder eenigen bijval, gepoogd, en in Noord-Nederland is, naar wij meenen, de oude heer Jos. A. Alberdingk Thijm de eenige, welke dit stelsel in zijne Dietsche Warande volgen blijft.
Ondanks die kleine verkeerdheden, noemen wij de Dwaallichtjes toch een allerliefste, zeer verdienstelijk boekje; in een kleinen omvang bevat het veel goeds. Ook is het ons oneindig meer waard dan al de langharige romans van Raoul de Navery, welke slechts eene opeenstapeling van allerhande Fransche dwaas- en onwaarschijnlijkheden zijn, ietswat niet belet dat deze of gene dusgenaamde litterarische nachtraaf ons daar nu en dan een flauw afkooksel van levert, en dit nog wel voor eene trouwe afschildering van Vlaamsche zeden wil doen doorgaan!
J. Staes.