De Vlaamsche School. Jaargang 30
(1884)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVogeltje Bertha.Ga naar voetnoot(1)Sag mig, du lilla fogel
der mellan almens blad,
hur kan du ständigt sjunga
och ständigt vara glad?
Jag hôr din rost hvar morgon,
jag hor den hvarje qvall,
men lika ren ar stamman
och tonen lika sall.
johan ludvig runeberg.
Een nederig hutje, met loover omslingerd;
Een vensterken, open voor 't zonnige weer;
Bij 't venster een meisje, zoo vlug als een bietje,
Van 's morgens tot 's avonds een levende liedje -
Een naaiende liedje, noch minder, noch meer.
Dat 's ‘Vogeltje Bertha.’ Zoo heeten de buren
Het immer zóó vroolijke, zingende kind,
Als waren de dagen van 't kommerloos leven
Haar louter uit heil en uit vreugde geweven,
Al heeft ze maar brood en wat kaas in de spind.
Doch dàt had ze er immer toch, dank aan heur slaven!
En slaven is zegen voor 't reine gemoed:
Naast haar zit heur moeder! Wat zou ze niet zingen,
Zoolang zij het rusteloos naaldje kan dwingen
Om 't brood te verdienen voor moederken zoet?
Zij knipt en zij prikt in de kostlijkste stoffen,
Waar juffers mee pronken op 't schittrende bal;
Doch zij - zij verlangt niet naar prachtige kleeren;
Juweelen en goud - o zij kan het ontberen:
Haar moeder, haar hutje en haar lied zijn haar al.
Heur hart is zoo zuiver! Wat zou ze niet zingen?
Geen wroeging vergalt haar het levensgenot.
Haar voedsel is schraal, doch het smaakt haar zoo lustig;
Haar leger is hard, doch zij slaapt er zoo rustig;
Want ze is - al is ze arm - de vriendinne van God.
Wat zou ze niet zingen? Haar broertjes, de vooglen
Verscholen in 't lommerig loover, dat krult
Daar buiten om 't vensterken, kwettren en zingen,
Alsof zij, om prijs, met hun zusterken dingen,
Wie 't langste de lucht met zijn zangen vervult....
Toch wel is de lauwer aan Vogeltje Bertha;
Want, zingen haar broertjes eer 't zonneken lacht
Aan 't oosten, zij zingt ook vóór 't krieken der dagen,
En is hun het uur om te rusten geslagen,
Zij immer toch zingt nog tot laat in den nacht.
Dat 's Vogeltje Bertha. - O, leer mij ook zingen,
Kind lief, en den Hemel bedanken als gij -
Den Hemel bedanken om lucht en om leven,
Om vrede en om vreugde, ons zoo kwistig gegeven!
Leer, Vogeltje Bertha, me uw zangharmonij!
S. Daems.
|
|