Kroniek.
Antwerpen. Een tijdelijk te Antwerpen verblijvend kunstschilder van Dresden, T.Ph. Boges, heeft in het Oosterschhuis overblijfselen van muurschilderingen aangetroffen, onder eene kalklaag. Het zijn grauwschilderingen en zij schijnen deel te hebben uitgemaakt van eene zinnebeeldige voorstelling van het geloof, de hoop en de liefde. Naar gissing zouden zij dagteekenen uit den tijd toen de schilder Frans Floris leefde. De heer Boges heeft ze gedeeltelijk nageteekend.
- Het standbeeld van Theodoor Van Rijswijck is van uit het Park naar de IJzeren-Waag verplaatst.
- De plaatsnijder F. Lauwers, wien het staatsbestuur eene geldelijke tegemoetkoming verleent, gaat naar Rubens' Communie van Franciscus, uit het Antwerpsch museum, eene sterkwaterplaat maken.
Brussel. Ter gelegenheid van het muzikaaal congres, den 19n Augustus met een vriendenmaal gesloten, heeft de heer A. Beernaert, minister van landbouw, nijverheid en openbare werken, medegedeeld, dat de heer ridder Van Ellewyck, ondervoorzitter van het congres, benoemd was tot officier en de heer Keuss, ondervoorzitter der maatschappij Orpheon, tot ridder van de Leopoldsorde.
- De heer Reusens is lid benoemd van de commissie van monumenten, ter vervanging van wijlen den heer Rémont.
- Generaal Vauthier is den overleden generaal Donny opgevolgd als bestuurder van het museum van oudheden en wapens.
Gent. Bij den uitgever Ad. Hoste heeft een belangrijk werk van den hoogleeraar Th. Swarts het licht gezien, onder den titel: Grondbeginselen der scheikunde voor hooger, middelbaar en lager onderwijs. Het beslaat ruim 250 blz., is versierd met 142 houtsneden en kost slechts fr. 2.25. Terwijl wij de aandacht van de beoefenaars en vrienden der natuurwetenschap op dit werk vestigen, herinneren wij hier ter loops, onder verwijzing naar de Vlaamsche School van 1860, blz. 92 en 99, dat de heer Th. Swarts zijne eerste proeven als schrijver in ons tijdschrift deed.
Brugge. Tot de laatste aanwinsten van het museum der Maatschappij van Oudheidkunde behooren de volgende voorwerpen: een koperen vijzel of mortier, 0m28 hoog en van 0m41 doorsnede, waarop het volgende staat te lezen: Die stoten die ick lyden doen de crvdeniers verblyden. 1651; een 1m02 hoog St.-Antoniusbeeld uit de xve eeuw; een prachtige plateelen schoorsteenmantel van den beroemden Brugschen plateelbakker Pulincx (xviiie eeuw) en twee plateelen schouwconsolen van denzelfde; eene nis in den trant der kunstherbloeiing, uit het gildehuis van de banketbakkers te Brugge; het afgietsel, 3m00 hoog, 1m40 breed, van een prachtig grafgedenkteeken van een Duitschen bisschop uit de xve eeuw; twee geschilderde glasramen, gekocht van de kerk van Staden en voortkomstig uit de oude kapel der schildersgilde van Brugge (deze ramen, van de xve eeuw, zijn echte meesterstukken); een borstbeeld van Philips-den-Schoone, in dezes tijd gemaakt; het oud zegel der vereenigde steden Damme, Houcke en Meuninckereede.
IJper. In het stadsarchief werden onlangs een aantal niet onbelangrijke stukken gevonden, die men niet wist dat zich daar bevonden, onder andere eenige brieven uit de xvie eeuw, waartusschen een van keizer Karel V, benevens eene aanschrijving van Steven Marcel, opperhoofd der gemeentenaren van Parijs, den 28n Juni 1358 gericht aan de Vlaamsche gemeenten.
Rousselare. Wij vestigen, met den meesten nadruk, de aandacht onzer lezers op den Jongsten Dichtbundel van nu wijlen Mev. Van Ackere geb. Maria Doolaeghe, die, versierd met een schoon portret van de 80-jarige dichteres, geteekend door Florimond Van Loo, bij den uitgever De Seyn-Verhougstraete het licht heeft gezien. De geachte uitgever die in het prospectus had beloofd, dat de stoffelijke uitvoering van het boek zich gunstig zou verhouden tot wat het bevat, heeft zijn woord gestand gedaan. Het is waarlijk een schoon drukwerk. Verkwikt de inhoud hart en geest, het uiterlijke streelt het oog en veraangenaamt als het ware de lezing. De prijs van het boek is slechts fr. 3.50. Het is bij alle Vlaamsche boekhandelaars verkrijgbaar.