Chineesche keuken.
Een reiziger, uit China teruggekeerd, schrijft het volgende over de Chineesche keuken:
Voor 1 fr. 25 centiemen kan men in de openbare eethuizen (restauraties) een volledig middagmaal krijgen; het vleesch, dat er wordt opgediend, is katten- en hondenvleesch. Er zijn eethuizen, die om hun katten- en hondenvleesch zeer beroemd zijn, onder andere dat van Whoon-Yang-Kran-Maan-Yunk-Poo (Poo, wil zeggen eethuis; Yunk, vleesch; Maan, katten; Kran, honden; Whoon-Yang is de naam van den eigenaar). Wij hebben er gemiddagmaald. Op den aanrecht stond eene geheele rij komforen en pannen, gereed om de stukken vleesch te stoven en te braden, al naar de keuze der gebruikers; op een bord, aan den muur vastgehecht, stond te lezen dat men er ten allen tijde goed vleesch van zwarte katten kan verkrijgen; de zwarte kat staat in China hooger in aanzien dan die van eene andere kleur van vel; een paar oogen van eene zwarte kat met saus geldt vier zilverstukjes. Wat den zwarten hond aangaat, deze wordt vooral gegeten tijdens de feesten van den zonnestilstand, als een voorbehoedmiddel tegen in dit jaargetijde veel voorkomende ziekten; op dit tijdstip worden de eethuizen, waar goed vleesch van zwarte honden te krijgen is, als bestormd. Toen ons middagmaal in voornoemd eethuis afgeloopen was, kwam er een zonderling nagerecht. Het was gesloten in eene vaas, waarin men wat wijn had gegoten en bestond uit dronken gemaakte garnalen; toen het deksel werd opgelicht, sprongen ze uit de vaas en dansten als uitgelaten. Ik kon er echter niet toe besluiten, die levende diertjes in den mond te steken. Gedurende den maaltijd dienden ons bruinachtig witte papiertjes van ongeveer 6 duimen lang en breed tot servetten.