Om met smaak te eten en te drinken
is het volstrekt niet noodig te weten op welke wijze spijzen en dranken zijn toebereid. De keuken is eene slechte voorbereiding voor de eetzaal en het is niet bij het verlaten van de schuur waar de druiven geperst worden dat men grooten trek in wijn gevoelt.
Het is zeker zeer moeielijk zich elken morgen te verlustigen in het gebruik van een glas melk, terwijl men weet, dat van de tien proeven, aan het onderzoek der scheikundigen onderworpen, minstens acht de bewijzen leveren van vermenging met bezinksel van zetmeel, vischlijm, krijt en andere bestanddeelen, welke met het voortbrengsel der koe niets te maken hebben.
‘Maar, zult ge zeggen, gebruik chocolade.’ Er bestaat een klein bezwaar; het scheikundig onderzoek leert ons, dat de chocolade op groote schaal wordt vervalscht met klei, boonenschillen en gebrande erwten, met toevoeging van margarine.
Deze zelfde margarine heeft zich sedert lang bij de boter ingenesteld, en daar boter het hoofdbestanddeel van elke keuken is, wordt het vrij moeielijk om zich eenig gerecht te laten gereed maken, dat niet vervalscht is.
Wat wijn betreft, men weet dat hij gekleurd wordt, dat de smaak naar believen versterkt of verzacht wordt door suiker, brandewijn uit beetwortel gestookt en siropen, niet bij name te noemen. Met bier is het nog veel erger gesteld!
Wie zou brood durven eten, wanneer men des nachts de toebereiding in sommige bakkerijen had bijgewoond?
Wat is nu het verstandigste? Mijn raad is zeer eenvoudig: men doe een oogje toe, houde zich alsof men van díe vervalschingen niets weet en leve onbezorgd voort.
Zoolang de wereld bestaat is het nooit anders geweest.
Henry Havard.